Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Informatiegestuurd politiewerk

Samenstellers: Rik Oude Egberink en Dolf van Raaij

Referent: Mariëlle den Hengst-Bruggeling

Laatst gewijzigd: 12 augustus 2013

Het werkaanbod van de politie is overweldigend en om te kunnen vaststellen wat nu werkelijke criminaliteitsproblemen zijn en om goed onderbouwde keuzes te kunnen maken in hetgeen we willen aanpakken, is het informatiegestuurde werken geïntroduceerd. Het informatiegestuurd werken komt van oorsprong uit Engeland waar men het Intelligence Led Policing (ILP) noemde. In Nederland is de naam ILP aanvankelijk in Intelligence Gestuurde Politie (IGP) vertaald, maar later geëvolueerd naar wat we nu intelligencegestuurd politiewerk noemen.

De termen intelligence en informatie worden vaak door elkaar gebruikt, terwijl intelligence hét hulpmiddel is om onze taak zo goed mogelijk uit te voeren. Om dat te bereiken, doorlopen we het informatieproces. Dit bestaat uit de stappen: verzamelen, vastleggen, veredelen en analyseren. Het verzamelen van informatie begint al op straat. Alles wat we op straat horen en zien en wat door politiemedewerkers wordt opgemerkt, wordt vastgelegd in de daarvoor bestemde systemen van onze organisatie. Er is dan sprake van data: ruwe gegevens die veredeld moeten worden. Zodra deze gegevens gecontroleerd zijn, hiaten zijn aangevuld en tegenstrijdigheden eruit zijn gehaald (het veredelen) en we deze gegevens gaan interpreteren c.q. in een bepaalde context plaatsen, spreken we over informatie. Als we vervolgens deze informatie combineren met andere informatie, bestaande (wetenschappelijke) inzichten en verbanden aanbrengen tussen de verschillende soorten informatie, spreken we over kennis. Pas hierna is er sprake van intelligence, namelijk de actiegerichte informatie welke kan leiden tot politieel handelen. Dit betekent dat zoveel mogelijk waarnemingen die op straat worden opgedaan ook daadwerkelijk moeten worden vastgelegd. Dit is niet alleen voor anderen van belang maar ook voor onszelf tijdens de uitvoering van onze taak. Stel dat er naar aanleiding van een huiselijk geweld zaak een woonhuis wordt binnengegaan, dan is het van belang te weten of daar iemand met een wapenvergunning woont. Het Realtime Intelligence Center (RTIC) kan dit tijdens het aanrijden naar het betreffende woonhuis, op elk moment van de dag, direct melden en actiegerichte informatie verstrekken. Met BVI-IB (Integrale Bevraging) op de Blackberry is deze informatie ook zelf te raadplegen. Maar de verzamelde en later geanalyseerde informatie is ook onmisbaar om een goede gebiedsscan te maken. Tijdens de (de)briefing kan aanvullende informatie en kennis teruggekoppeld worden en kunnen opdrachten worden gegeven om nieuwe gegevens of informatie te verzamelen.

De Nationale Politie heeft zichzelf ten doel gesteld om beter informatiegestuurd te gaan werken. Om dit te bereiken gaat de informatieorganisatie een belangrijke rol spelen. Ondanks dat er op landelijk en regionaal niveau al informatieorganisaties bestaan, in de vorm van een DLIO (Dienst Landelijke Informatieorganisatie) en een aantal DRIO’s (Dienst Regionale Informatieorganisatie), is er sprake van één informatieorganisatie voor de gehele Nederlandse politie. Dit betekent dat alle informatie, waar dan ook in ons land verzameld en vastgelegd, ten dienste staat van iedere politiemedewerker ten behoeve van de uitoefening van de eigen taak, ongeacht of het nu opsporing, handhaving of noodhulp betreft.

Verder lezen

Hengst-Bruggeling, M. den (2010). Informatierijk en toch kennisarm!? Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Hoofdstuk 2. Het intelligenceproces bij de Nederlandse Politie, pp. 17-24. Hoofdstuk 3. Van kennisarm naar kennisrijk, pp. 25-44.

Kop, N. en P. Klerks (2009). Doctrine intelligencegestuurd politiewerk. Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Hoofdstuk 1. Intelligencegestuurd politiewerk, pp. 6-11. Hoofdstuk 2. IGP bij de Nederlandse Politie: uitgangspunten, pp. 12-31. Hoofdstuk 8. Casussen, pp. 64-92.

Vlek, F. en P. van Reenen (red.) (2012). Voer voor kwartiermakers. Wetenschappelijke kennis voor de inrichting van de Nationale Politie. Apeldoorn: Politie & Wetenschap. Hieruit: Hoofdstuk 11. Henk Ferwerda, Balthazar Beke en Tom van Ham, Van informatie naar 'intelligence': geen structuren of protocollen maar werkwijzen, pp. 169-190.

Eveneens lezenswaard

Sprenger, C., E. Teeuwisse, E. Pragt, G. Bhansing en A. Dinkelmans (2010). Bouwen aan een Community of Intelligence. Apeldoorn: Politieacademie.

Hengst-Bruggeling, M. den (red.) (2012). De Community of Intelligence over Woninginbraken. Een bundeling van essays. Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Leon Enbersen, Visie op IGP aan het wijkteam, pp. 47-60. Paul Duijn, Het spel van kat en muis voorbij, pp. 93-104.

Strategische Beleidsgroep Intelligence (2008). Waakzaam tussen wijk en wereld: Nationaal Intelligence Model. Sturen op en met informatie.

Hengst-Bruggeling, M. den (2010). Informatierijk en toch kennisarm!? Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Hoofdstuk 1. Intelligence, pp. 9-16. Hoofdstuk 4. Kennisrijk in de toekomst, pp. 45-48.

Hengst-Bruggeling, M. den (2012). Intelligencegestuurd politiewerk; een Maturity Model. Proces, vol 91, nr 3, pp. 167-178.

Links

Lees ook meer over dit thema op PKN, bij het onderwerp IGP algemeen