Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Gebiedsgebonden opsporen

Samensteller: Rik Oude Egberink

Referent: Nicolien Kop

Laatst gewijzigd: 12 augustus 2013

Bij gebiedsgebonden opsporen staat een goed samenspel tussen wijkteam, wijkagenten en recherche centraal. Uitkomst van dit samenspel is dat bij het screenen van zaken wijkprioriteiten en de impact van bepaalde delicten op een wijk worden meegewogen. Dit samenspel is geen vanzelfsprekendheid, uitgaande van andere belangen, prioriteiten en/of verschillende manieren van werken. Toch heeft de Nationale Politie voor de aankomende jaren als doel gesteld om in grotere samenhang de werkzaamheden uit te voeren. Het opsporingsonderzoek dient niet enkel gericht te zijn op het oplossen van de zaak, maar ook het te bereiken effect van de interventie zal meer centraal komen te staan. Het resultaat daarvan is: meer aandacht voor de gevolgen voor de wijk, terwijl het voorkómen, verstoren of zelfs beïnvloeden van criminaliteit een grotere rol gaat spelen.

Om goed samenspel mogelijk te maken zal de recherchefunctie zich meer tot een integrale opsporingsfunctie ontwikkelen, waarbij samenwerking tussen collega´s uit andere werkprocessen essentieel is. De vorming van de Nationale Politie zal in belangrijke mate bijdragen aan verbetering van de gebiedsgebonden opsporing. De robuuste basisteams zijn verantwoordelijk voor alle politietaken in het werkgebied; inclusief de opsporing van veel voorkomende criminaliteit. Maar ook bij de aanpak van High Impact Crime, landelijk speerpunt en speerpunt in alle lokale integrale veiligheidsplannen, gaat het basisteam samenwerken met de districtsrecherche. Er zijn inmiddels verschillende initiatieven ontwikkeld om criminele vraagstukken in samenwerking met interne partners, andere partijen en burgers aan te pakken en daarmee de slagkracht in de opsporing te vergroten. Hefbomen als netwerkend werken in de opsporing, meer inzetten op vormen van burgerparticipatie en het uitbouwen van heterdaadkracht gaan in de komende jaren dan ook een nadrukkelijker rol spelen. Maar ook het vergroten van de slagkracht door contextgedreven werken: daar zijn, waar 'beschermen, begrenzen en/of bekrachtigen' van de politie wordt gevraagd. Gevoed door intelligence en ondersteund door actuele informatie vanuit het Real Time Intelligence Center (RTIC).

Bovenstaande laat een ontwikkeling zien naar het gezamenlijk aanpakken van veiligheidsproblemen, die eerst worden geanalyseerd om vervolgens te bepalen met welke interventies de beste effecten kunnen worden behaald. Ofwel, op basis van een probleemgerichte aanpak de meest effectieve, op maat gesneden interventie toepassen. Een zienswijze die aansluit bij het concept gebiedsgebonden werken waarbij de nadruk ligt op een probleemgerichte benadering en waardoor gebiedsgebonden opsporen mogelijk wordt.

Verder lezen

Kop, N. (2012). Van Opsporing naar criminaliteitsbeheersing. Vijf strategische implicaties. Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Hoofdstuk 1. Ontwikkelingen in de opsporing, pp.15-22. Hoofdstuk 2. Criminaliteitsbeheersing, pp.25-39.

Zoomer, O., (2006). De opsporingsfunctie binnen de gebiedsgebonden politiezorg. Politiekunde 10. Apeldoorn: Politie en Wetenschap / Enschede: IPIT. Hieruit: Hoofdstuk 2. Gebiedsgebonden politiezorg, de opsporing en de relatie tussen beide, pp. 28-34. Hoofdstuk 6. Dilemma's, pp. 90-100. Hoofdstuk 7. Gebiedsgebonden opsporing, pp. 101-111.

Kop, N., R. van der Wal en G. Snel (red.) (2011). Opsporing Belicht. Over strategieën in de opsporingspraktijk. Apeldoorn: Politieacademie Hieruit: Hoofdstuk 2. Henk Jansen, Kerndoelen van de opsporing, pp. 33-52. Hoofdstuk 5. Ivo van Duijneveldt en Jan ter Mors, Real-time intelligence in de opsporing, pp.95-106. Hoofdstuk 9. Jeroen Poelert, Strategie Aanpak Criminaliteit, pp.137-142. Hoofdstuk 10. Mariëtte van Kuik, Netwerkend opsporen, pp. 143-148. Hoofdstuk 11. Sanne Boes, Heterdaadkracht, pp. 149-160. Hoofdstuk 13. John Tamerus, Tegenhouden, pp. 171-176.

Cornelissens, A., H. Ferwerda, I. van Leiden, N. Arts en T. van Ham (2010). Burgerparticipatie in de opsporing. Een onderzoek naar aard, werkwijzen en opbrengsten. Apeldoorn: Politie en Wetenschap / Amsterdam: Bureau Beke. Hieruit: Hoofdstuk 2. Wat is burgerparticipatie in de opsporing?, pp. 17-34. Hoofdstuk 4. Vernieuwende vormen van burgerparticipatie in de opsporing, pp. 47-112.

Guyt, L. en Schaik, S. van (2013). De fenomeenmethode: een handvat voor probleem georiënteerd politiewerk. In: Het Tijdschrift voor Politie, jrg 75, nr 1/13, pp. 25-29.