Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Samenwerken met externe partners

Samenstellers: Marta Dozy en Adri Rademaker

Referent: Pieter Tops

Laatst gewijzigd: 12 augustus 2013

De eerste referentie in het Referentiekader Gebiedsgebonden politie betreft 'Samenwerking met externe partners'. Dit vloeit logisch voort uit een van de pijlers van een gemeenschappelijke veiligheidsaanpak: integraal. Tezamen met de andere pijler, probleemgerichtheid, beslaat dit een groot deel van het werk van wijkagenten en anderen, zoals taakaccenthouders. In de praktijk lopen samenwerkende partijen evenwel regelmatig aan tegen problemen als ‘veel praten met weinig resultaat’, niet nagekomen afspraken en initiatieven die een roemloze dood sterven. Dit heeft alles te maken met een aantal specifieke kenmerken van samenwerking tussen organisaties. Met als belangrijkste in dit verband: zij hebben gedeeltelijk gezamenlijke, maar ook gedeeltelijk andere doelstellingen, andere waarden en - hieruit voortvloeiend - andere belangen. Een machtscentrum dat bij verschillen van mening of inzicht knopen kan doorhakken, ontbreekt; geen van de deelnemende partijen kan immers een van de andere dwingen bepaalde dingen te doen of te laten. Zo kan de wijkagent van de welzijnswerker niet eisen dat hij bepaalde activiteiten aanbiedt aan bepaalde groepen; de ambtenaar integrale veiligheid kan de politie geen opdracht geven om op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats te handhaven; de welzijnswerker kan de woningcorporatie niet dwingen hang- en sluitwerk te vervangen om inbraak tegen te gaan.Jaren van samenwerken met andere partijen hebben politiemensen en hun externe partners echter ook geleerd wat samenwerken belemmert en bevordert. Een van deze factoren is het bewustzijn van de wederzijdse afhankelijkheid bij het oplossen van veiligheids- en leefbaarheidsproblemen. Het besef dat samenwerking bittere noodzaak is, in combinatie met de hardnekkigheid en complexiteit van een aantal veiligheids- en leefbaarheidsproblemen, stimuleert de bereidheid om 'over de eigen grenzen heen' te denken en vergroot de kans op succesvolle aanpakken. Over zowel belemmerende als bevorderende factoren bij samenwerking met externe partners is inmiddels veel bekend. Er zijn ook vele voorbeelden van beste en slechte praktijken. En hoewel de contextgebondenheid van veiligheids- en leefbaarheidsproblemen maatwerk in de gezamenlijke aanpak vereist, geldt voor alle samenwerking met partners het basisgegeven van interdependentie: wederzijdse afhankelijkheid. Hoe meer zich men daarvan bewust is, hoe groter de bereidheid tot geven en nemen. Vanuit het gedeelde besef: de politie kan het niet alleen, maar dat geldt voor anderen evenzeer.

Verder lezen

Dozy, Marta (2012). Samenwerken tussen politie en partners: specifieke kenmerken, knelpunten en aanknopingspunten voor oplossingen. Apeldoorn: Politieacademie.

Stol Wouter, Carel Tielenburg, Wilbert Rodenhuis, Stefaan Pleysier en Jaap Timmer (red.) (2011). Basisboek integrale veiligheid. Boom Lemma Uitgevers. Hieruit:Hoofdstuk 4. Anne-Marie Poorthuis, Bouwen aan netwerken, pp. 73-88.

Terpstra, Jan (2008). Wijkagenten en hun dagelijks werk: een onderzoek naar de uitvoering van gebiedsgebonden politiewerk. Apeldoorn: Politiewetenschap. Hieruit:Hoofdstuk 10. Samenwerking en gebiedsgebonden politiewerk, pp. 245-258.

Terpstra, Jan (2010). Het veiligheidscomplex. Ontwikkelingen, strategieën en verantwoordelijkheden in de veiligheidszorg. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Hieruit:Hoofdstuk 2. Lokale veiligheidsnetwerken, pp. 47-71.

Terpstra, Jan en Roderick Kouwenhoven (2004). Samenwerking en netwerken in de lokale veiligheidszorg. Zeist: Politie en Wetenschap. Hieruit:Hoofdstuk 6. Samenwerking, coördinatie en informatie-uitwisseling, pp. 147-176.Hoofdstuk 7.3 e.v. Vormen van betrokkenheid van burgers en ondernemers, pp. 201-221.

Links

Lees ook meer over dit thema op PKN, bij het onderwerp Samenwerken met externe partners