Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Probleemgericht werken

Samenstellers: Rik Oude Egberink en Ron Starreveld

Referent: Peter van Os

Laatst gewijzigd: 12 augustus 2013

Al in de jaren tachtig van de 20e eeuw groeide het besef dat een reactieve benadering van veiligheidsproblemen niet voldoende was om criminaliteit en overlast tegen te gaan. Het reageren op incidenten, meer blauw op straat en het bestraffen van daders bleek in veel gevallen 'dweilen met de kraan open' te zijn; de criminaliteit bleef stijgen. Er kwam aandacht voor een meer proactieve en preventieve werkwijze, waarin aandacht werd geschonken aan de achterliggende oorzaken van veiligheids- en leeftbaarheidsproblemen. Handvatten hierbij bood het concept problem orientend policing (POP), eind jaren zeventig geïntroduceerd door Herman Goldstein, en in Nederland bekend geworden als probleemgericht werken. Hierbij gaat het om het zoeken naar patronen in (schijnbaar van elkaar losstaande) incidenten, het analyseren van oorzaken, deze wegnemen en het meten van effecten. Het accent werd daarmee verlegd van het reageren op incidenten naar het veranderen van de omstandigheden waaronder criminaliteit tot bloei komt.

De eerste stap binnen probleemgericht werken is - hoe dan ook - vaststellen of er wel een probleem is. Dit lijkt eenvoudig, maar vereist 'denken alvorens te doen'. Vervolgens worden interne en/of externe partijen bij het vastgestelde probleem betrokken om dit gezamenlijk en op een gestructureerde wijze aan te pakken. Door deze manier van werken is de kans op het bereiken van duurzame resultaten groter dan bij het bestrijden van enkel de symptomen.

In de loop der tijd zijn uit dit gedachtegoed verschillende methodieken ontstaan waarlangs gewerkt kan worden. Bekend binnen de politie zijn vooral SARA en het zes-stappen-model. Binnen deze methodieken kunnen ook weer tal van analyse- en besluitvormingsmodellen gebruikt worden. Welke methode gekozen wordt, is casus- en persoonsafhankelijk, maar waar het bij alle methoden om gaat, is en blijft: eerst denken dan doen.

Verder lezen

Clarke, Ronald V. en John E. Eck (2010). Probleemgericht werken en de rol van criminaliteitsanalyse in 60 kleine stappen. Nederlandse redactie: Marnix Eysink Smeets, Peter van Os, Guillaume Beijers, Koen van ’t Hof, Jasper van der Kemp en Peter Versteegh. Rotterdam: Hogeschool INHolland / Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Voorwoord, pp. 8 - 9. Stap 3. Weet wat (geen) effectief politiewerk is, pp. 18-19. Stap 4. Word een POP expert, pp. 20-21. Stap 5. Kies voor een POP, pp. 22-23. Stap 7. Laat je leiden door SARA - maar verdwaal niet!, pp. 26-27. Stap 14. Gebruik CHEERS om te bepalen of sprake is van een probleem, pp. 40-41. Stap 15. Weet met welk type probleem je te maken hebt, pp. 42-43.

Terpstra, Jan (2008). Wijkagenten en hun dagelijks werk: een onderzoek naar de uitvoering van gebiedsgebonden politiewerk. Apeldoorn: Politiewetenschap nr. 46. Hieruit: Hoofdstuk 12. Gebiedsgebonden werk en de toepassing van andere politiemodellen – probleemgerichtheid, wanorde en geruststelling, pp. 283-304.

Os, Peter van (2008). De eerste oogst is binnen. Apeldoorn: Politieacademie. Hieruit: Hoofdstuk 6.4 Probleemgericht werken, pp. 80-86.

Versteegh, P., Th. van der Plas en H. Nieuwstraten, (2010). The best of three worlds: effectiever politiewerk door een probleemgerichte aanpak van hot crimes, hot spots, hot shots en hot groups. Apeldoorn: Politieacademie, i.s.m. Politie Haaglanden. Hieruit: Hoofdstuk 2.1.1. Probleemgerichte aanpak, pp. 21-27. Hoofdstuk 14.2. Aanbevelingen, pp. 231-234.

Lub, V. (2013). Schoon, heel en werkzaam? Een wetenschappelijke beoordeling van sociale interventies op het terrein van buurtleefbaarheid. Den Haag: Boom Lemma. Hieruit: Hoofdstuk 1. Inleiding, pp. 9-28. Hoofdstuk 7. Conclusie, pp. 213-222.

Links

Lees ook meer over dit thema op PKN, bij het onderwerp Probleemgericht werken