Bas Mali, Carla Bronkhorst-Giesen en Mariëlle den Hengst van de Politieacademie
beschrijven in “
Predictive policing: lessen voor de toekomst. Een evaluatie van de
landelijke pilot” hun onderzoek naar de invoering van predictive policing
bij vier pilotteams, in Enschede, Groningen-Noord, Hoefkade en Hoorn.
Predictive policing wordt in het Politieacademie-onderzoek benaderd als een
nieuw intelligence-initiatief, waarbij het vooral gaat om veranderende
werkprocessen. Het geeft antwoord op vragen als hoe verloopt het
informatieproces binnen de pilotteams, hoe verloopt het operationele
sturingsproces, hoe wordt predictive policing in de praktijk ervaren en zijn er
aanwijzingen die het bestaan van de veronderstelde effecten van predictive
policing aannemelijk maken?
De antwoorden op deze vragen geven inzicht in de werking van predictive
policing. Dat inzicht kan de politie richting geven om de potentie van
predictive policing voor het informatiegestuurd bestrijden van criminaliteit
verder te realiseren. Sturing, cultuur, professionele ruimte, leiderschap en
allerlei andere factoren zijn daarop van invloed. Hoe goed een voorspelling
immers ook mag zijn, het resultaat staat of valt met wat er vervolgens mee
gedaan wordt.
Praktijkgericht onderzoek door de Politieacademie is altijd gericht op
professionalisering van de politieprofessie; doorwerking in politiepraktijk en
–onderwijs staan centraal. De strategische onderzoeksagenda bevat de acht
belangrijkste thema’s voor politieonderzoek de komende jaren. Deze evaluatie
valt onder het thema ‘
technologie en effectief informatiegebruik’