Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

32. De Nederlandse politie in WOII (1940-1941)

Op vrijdag 10 mei 1940 werd ons land overvallen door Duitse troepen. Hoewel de Duitsers snel oprukten ging het hen nog niet snel genoeg en om Nederland snel op de knieën te krijgen werd Rotterdam gebombardeerd. Voor Nederland was de oorlog, zo leek het althans, voorbij, een vijfjarige bezetting stond te beginnen.

De Duitsers hadden de Nederlandse politie hard nodig om de orde in het land te handhaven zonder dat daar Duitse soldaten voor nodig waren. Daarom zette de bezetter al in de zomer van 1940 de eerste reorganisatie door. Het korps Politietroepen werd opgedoekt en de meeste manschappen werden in de gelegenheid gesteld om naar de andere politiekorpsen over te gaan. De Marechaussee verloor haar militaire status en het predikaat koninklijke en werd ondergebracht bij het Ministerie van Justitie. Daarnaast gaven de Duitsers opdracht, de in hun ogen mankracht missende Nederlandse politie, drastisch uit te breiden. In totaal kwam de sterkte eind 1940 op ongeveer 18.000 man uit.  

Wie gedacht had dat het daar allemaal bij zou blijven kwam bedrogen uit. De allerhoogste baas van alle politieorganen in Nederland werd de SS-generaal H. Rauter. Deze zogenaamde Höhere SS-und Polizeiführer wilde veel verder gaan en een Nederlandse politie scheppen die onderdeel zou worden van de SS-organisatie als geheel en die door en door nationaal-socialistisch moest zijn.

Om dit te bereiken wilde Rauter de Nederlandse politie eenvormiger maken, dit betekende feitelijk het einde van de Rijksveldwacht. Die werd in maart 1941 bij de Marechaussee gevoegd die toen een sterkte van bijna 6.000 man had. Met de ontmanteling van de Rijksveldwacht was een tweede reorganisatie voltooid. Rauter realiseerde zich donders goed dat met die versterking de Nederlandse politie niet automatisch tot een betrouwbaar instrument van de Duitsers zou worden. Omdat te bereiken moesten jonge aankomende agenten worden gehersenspoeld met de nationaal-socialistische ideologie. Dit was het beste te bereiken door het opzetten van een politieschool. Die kwam er in 1941 in het dorp Schalkhaar bij Deventer. De naam Schalkhaarder zou nog vele jaren na de oorlog bij de Nederlandse burger en politieman staan voor “foute” politiemannen. Een vooroordeel dat niet strookte met de feiten.

Eind 1941 had Rauter bereikt dat de Nederlandse politie veel eenvormiger was geworden. Iets waar veel Nederlandse politiemannen vóór de oorlog maar van hadden kunnen dromen. Om zichzelf populair te maken had Rauter ervoor gezorgd dat de salarissen omhoog waren gegaan. Verder had hij er zorg voor gedragen dat er een lang gekoesterde wens, een politieziekenfonds voor politiemannen en hun familieleden, in vervulling was gegaan. Naast deze voordelen had men moeten slikken dat het grote aantal politievakbonden zich had moeten schikken in een fusie. Het was duidelijk dat de nieuwe geünificeerde bond onder leiding zou komen te staan van nationaal-socialistische Nederlandse politieambtenaren. Kortom, er bleken voordelen en nadelen aan de Duitse bezetting te kleven.  

Dat die nadelen in de toekomst wel eens veel groter zouden worden tekende zich in 1941 al af. Rauter had in het voorjaar korte metten gemaakt met Nederlandse politieofficieren die probeerden zijn beleid te saboteren. Deze mannen werden gedwongen ontslag te nemen. Ook in de lagere rangen verhoogde Rauter de druk. Politiemannen die ontslag namen om in een andere overheidsbaan aan het werk te gaan moesten eerst zijn toestemming hebben. Zo niet, dan volgde gedwongen arbeidsuitzending naar Duitsland. Een weinig florissant alternatief. Dat de Duitsers keihard konden ingrijpen was ook al gebleken tijdens de Februaristaking van 1941. Nadat de Amsterdamse politie volgens Rauter te slap was opgetreden werden Duitse politie-eenheden ingezet die op de protesterende mensen schoten. Nadat de rust was weergekeerd werd inspecteur K. Broekhoff, die door de Duitsers verantwoordelijk werd gehouden voor het falen van de Amsterdamse gemeentepolitie, ontslagen.

Eind 1941 werd het steeds duidelijker dat de Duitsers veel meer greep wilden krijgen op de Nederlandse politie. Onbetrouwbare elementen moesten verwijderd worden en veel meer nationaal-socialisten moesten instromen. Het eerste bleek makkelijker dan het tweede.