Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

24. Politiële missers

De laatste tijd is er in Nederland nogal wat te doen geweest over justitiële dwalingen en onderzoeksmethoden zoals die door de politie gebruikt zijn. Toch is dat niet uniek en is Nederland wel vaker opgeschrikt door politiële missers. Vooral in de jaren twintig van de vorige eeuw zijn een aantal voorbeelden aan te wijzen die berucht werden en tot veel discussie aanleiding gaven, maar die ook buitengewoon slecht waren voor de reputatie van de politie als professionele organisatie omdat aan het vakmanschap van de gemiddelde politieman werd getwijfeld.

Een heel berucht voorbeeld is de geschiedenis ingegaan als de moordzaak Giessen-Nieuwkerk. Wat was daar gebeurd? In de nacht van 3 op 4 augustus 1923 was een spoorwegwachter op pad gegaan om zijn laatste ronde te maken nadat de laatste trein zijn huisje gepasseerd was. De volgende ochtend kwamen zijn vrouw en kinderen er achter dat vader niet was thuis gekomen. De familie waarschuwde de politie en tegelijkertijd kwam het bericht dat omwonenden het lijk van de man naast het spoor hadden gevonden. Het bleek dat het slachtoffer met een klauwhamer was doodgeslagen. Het motief leek roof. Verschillende rijksveldwachters begonnen met het onderzoek en na korte tijd kwamen twee mannen in beeld die onderhoudswerkzaamheden aan het spoor uitvoerden en een echtpaar dat een van de mannen in de kost had. Eind augustus kwam het tot de arrestatie van deze vier, maar na een maand was Justitie gedwongen ze weer op vrije voeten te stellen vanwege gebrek aan bewijs en een sluitend alibi.

Ruim een jaar later werd een rijksveldwachter-rechercheur op de zaak gezet die zich als een terriër in de oude verdachten vastbeet. Hij zette het echtpaar onder een geweldige druk waarna beiden belastende verklaringen over de twee mannen aflegden. Het gevolg was dat de laatsten in oktober 1925 tot lange gevangenisstraffen veroordeeld werden.

Ook toen al pikte een oplettende journalist de zaak op. Samen met een in die tijd bekende raadsman, het lijkt allemaal erg veel op vandaag de dag, trok hij op om de zaak herzien te krijgen. Dit lukte in 1929 toen beide mannen op vrije voeten werden gesteld. Toen kwam ook naar buiten welke methoden de rijksveldwachter-rechercheur gebruikt had. Die had een tijdje daarvoor nog een lintje van de Koningin gekregen, maar werd zo op zijn huid gezeten dat hij in 1931 ontslag nam.

Een andere beruchte zaak is de viervoudige moord op politiemannen in het Groningse Grootegast. In de morgen van 18 januari 1929 waren twee rijks- en twee gemeenteveldwachters op pad gegaan om een vrouw op te halen die voor de rechtbank moest verschijnen. De reden was dat zij man en kinderen had achtergelaten en bij een andere man, genaamd Wijkstra, was ingetrokken. In de rechtszitting zou bepaald worden wat er met de kinderen moest gebeuren. Bij de woning aangekomen probeerden zij de vrouw en Wijkstra te overtuigen dat ze goedschiks dan wel kwaadschiks mee zou moeten. Wijkstra weigerde en begon met een karabijn op de politiemannen te schieten. Hij schoot alle vier neer en sneed hen die niet direct dood waren met een mes de keel door.
graven
Na deze gruwelijke moord en die in Giessen-Nieuwkerk stond Nederland op zijn kop. De minister van Justitie J. Donner sprak van een zware slag voor politie en Justitie. Overal en door bijna iedereen werd wel een mening over het functioneren van politie en Justitie gegeven. Sommigen vonden dat de politie de aftandse revolvers moest vervangen door automatische pistolen. Weer anderen zagen iets in gepantserde borstplaten om zo toch nog enigszins beschermd te zijn tegen de kogels van de boeven. En dan waren er ook diegenen die alle het kwaad en onheil zagen als een gevolg van een slecht georganiseerde politie waar het aan iedere efficiënte communicatie en stroomlijning ontbrak. Was het niet beter om op landelijk niveau een recherchecentrale in te richten waar goede rechercheurs zouden werken die bovendien wisten wat wel en niet geoorloofd was bij een verhoor?

De Nederlandse politie was in 1929 in zwaar weer gekomen. Veel politiemanen hadden het te druk om zich al teveel zorgen te maken over de economische crisis die in oktober 1929 begon, maar die ook hun levens ingrijpend zou beïnvloedden.

moord op een agent