Naar hoofdinhoud

Van theorie naar praktijk: een juridische les van Max

Geschreven op
Een aantal studenten in een klaslokaal met de docent op de achtergrond

De zon schijnt en het is warm buiten. Zeven studenten van de Politieacademie in Eindhoven druppelen langzaam het klaslokaal binnen. ‘Kunnen we niet buiten les krijgen, meneer?’, roept één van de studenten. Max Groenewout, juridisch docent en de ‘meneer’, antwoordt met een glimlach: ‘Ja, goed idee, maar daar gaan we niets mee doen. Maar na de les kunnen jullie uiteraard de zelfstudie buiten doen.’

De studenten knikken. Juridische les lijkt niet hun favoriete vak, maar docent Max weet hier wel raad mee. Hij start de les met de stof van vorige week. ‘Wie weet nog wanneer er sprake is van mishandeling?’ Een student antwoordt: ‘Als je schade ziet?’ ‘Letsel noemen we dat’, legt Max uit. ‘Daarbij is de voorwaarde dat iemand expres een ander in een nare situatie heeft gebracht. En dat er geen rechtvaardigingsgrond is’, legt Max verder uit.

Om de rechtvaardigheidsgrond uit te leggen, haalt hij het voorbeeld van een bokswedstrijd aan. ‘Als Mike Tyson de ring instapt, weet hij dat hij geslagen gaat worden, maar wel volgens de spelregels van het boksen. Maar bijt de één bij de ander het oor af? Dan is er geen rechtvaardigheid meer en spreken we van mishandeling.’

(Bijna) elk wetsartikel bestaat uit vaste onderdelen

De meeste studenten vinden het niet makkelijk om de wetsartikelen uit het Wetboek van Strafvordering te leren. Gelukkig legt Max het heel duidelijk uit door het wetsartikel op te knippen. Elk wetsartikel is namelijk opgebouwd uit vaste onderdelen (bestandsdelen). ‘Er moet sprake zijn van opzet, er is geen toestemming voor en duidelijk moet worden wat het strafbare feit inhoudt.’

We gaan naar het onderwerp van vandaag: ‘vernieling’ (artikel 350). De studenten kunnen het wetsartikel door de uitleg van Max bijna uit hun hoofd opzeggen. ‘Er moet opzet in het spel zijn en er is geen toestemming.’ Dan dreunen ze de definitie van vernieling op: ‘vernield, beschadigd, onbruikbaar of wegmaken’.

Artikel 350, lid 1 van Strafvordering staat zo in het wetboek:

‘Hij die opzettelijk en wederrechtelijk* enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

*wederrechtelijk = zonder toestemming

Twee studenten zitten naast elkaar in een klaslokaal

Wanneer is er sprake van vernieling?

Maar hoe weet je of er sprake is van een overtreding van dit artikel? Max gebruikt hiervoor een audiofragment van een melding. Deze luidt: Er staat een man met een moker die op een auto slaat. ‘Wat moet je als agent weten als je naar zo’n melding rijdt?’, vraagt Max aan de klas.

Hij vraagt de studenten een doel-aanpak-analyse te maken. Dit is standaard als je naar een situatie rijdt. Je moet als agent namelijk snel de situatie kunnen voorspellen. Daarnaast moet je snel vragen kunnen bedenken die je mogelijk nog aan de meldkamer wilt stellen om de mogelijke scenario’s ter plaatse in te schatten.

Het belangrijkste bij deze oefening is dat de studenten weten met welk wetsartikel ze wat mogen doen. ‘Mag je hem staande houden* of moet je hem meteen aanhouden?’, vraagt Max. ‘Wat als het zijn eigen auto is? Of als hij toestemming heeft van de eigenaar om op die auto te slaan?’ Als ze stap voor stap alle onderdelen van een melding doornemen, zijn de studenten beter voorbereid op wat ze straks tegenkomen.

*Staande houden betekent dat je het recht hebt om iemand aan te spreken en om de persoonlijke gegevens te vragen.

Docent Max staat bij het schoolbord

Wat wil je bereiken als je ter plaatse komt?

Om de studenten duidelijk te maken hoe ze de doel-aanpak-analyse moeten maken, wijst Max op het bord. Daar heeft hij onder elkaar de onderdelen van het wetsartikel op geschreven. Hij wijst op de losse zinnen: ‘Is het opzettelijk? Is het wederrechtelijk? En wat is de man aan het doen? Is het beschadigen of ook onbruikbaar maken van de auto?’ De conclusie van Max is dat de studenten ervan uit mogen gaan dat het een strafbaar feit is op basis van het wetsartikel vernieling (artikel 350).

Hij gaat terug naar het voorbeeld: ‘Wat is het doel van de rit?’, vraagt Max. ‘De man stoppen en aanhouden’, zegt één van de studenten. ‘En wat zijn de andere doelen? En welke risico’s zijn er als je daar ter plekke bent? Als je in scenario’s gaat denken, probeer dan altijd minimaal drie van de meest voorkomende uitkomsten te bedenken’, legt Max uit. ‘Dat betekent dus dat de man door kan draaien en jou aanvalt. Maar hij kan ook vluchten. Het is belangrijk dat je een open mind houdt als je in scenario’s denkt. En dat je ook nagaat wat erbij komt kijken. Los van vernieling, kan het namelijk ook geweld worden.’

Je gebruikt nooit maar één wetsartikel per keer

Een situatie zoals vernieling of elk ander strafbaar feit, gaat bijna altijd samen met andere wetsartikelen. Dat wordt de studenten wel duidelijk. Op het bord schrijft Max alle verschillende wetsartikelen die bij een mogelijke vernieling komen kijken. Max leert zo de studenten met één gebeurtenis bijna alle basisbevoegdheden die een politieagent heeft. Als de klas dit voorbeeld uitgebreid heeft besproken, zijn er in totaal acht wetsartikelen aan bod gekomen. Het gaat namelijk nooit om één artikel van het strafbare feit, maar ook om wat er daarvoor is gebeurd of daarna kan gebeuren. 

De studenten luisteren aandachtig. Ze zien haast letterlijk de man bij de auto voor zich die met een moker in zijn handen staat. Max helpt ze een handje door zich te gedragen als deze man: hij maakt gebaren alsof hij aan het slaan is en als iemand die zich verzet bij de aanhouding. Hij legt bij elk gebaar precies uit welk wetsartikel hierbij hoort. In de tussentijd maken de studenten aantekeningen.

Een student zit achter zijn laptop in een klaslokaal met zijn telefoon in zijn hand

Hoe ziet een vernielde deur eruit?

Los van het wetsartikel bespreekt Max waarom een goed proces-verbaal belangrijk is. ‘Je moet ook zonder foto’s of video’s de schade na een vernieling goed kunnen beschrijven. Je mag namelijk niet alleen maar verwijzen naar ‘zie bijgevoegde beelden’, legt hij uit.

Hij vraagt de studenten in Google de zoekopdracht ‘vernielde deur’ als afbeelding op te zoeken. Ze krijgen allemaal dezelfde pagina te zien. Om de beurt moeten ze aan elkaar een deur beschrijven en dan raden om welke het ging. Het gaat niet alleen om de kleur van de deur, maar bijvoorbeeld ook om het materiaal.

‘Is het raam nog heel? Zit er een gat in het glas of is de hele ruit aan diggelen? Ligt de sponning eruit? Hoe zien het slot en de klink eruit? Zo leren jullie goed beschrijven wat er is vernield; alleen maar opschrijven dat iets kapot is, is niet voldoende.’

Max maakt gebruik van verschillend lesmateriaal. Maar hij gebruikt ook veel eigen ervaringen en soms fragmenten die hij op YouTube vindt. 'Ik wil het zo beroepsidentiek mogelijk doen’, legt hij uit. Na twee uur is het de studenten wel duidelijk dat alles met elkaar verbonden is. De les is voorbij. ‘Tijd voor zelfstudie’, zegt Max tegen de studenten. ‘Yes!’, roepen de studenten in koor. En weg zijn ze: naar buiten de zon in.

'Ik ben politieagent in de functie van docent'

Max geeft sinds 2012 juridische lessen aan de Politieacademie. In 1993 startte hij bij de toenmalige gemeentepolitie van Eindhoven. In de tussentijd heeft hij doorgeleerd en is hij onder andere jeugdagent geweest. ‘Ik heb ook nog bij de ME gezeten’, vertelt hij. ‘Ik heb uiteindelijk negentien jaar in de praktijk gewerkt voordat ik overstapte naar het docentschap.’

‘De politie zocht op een gegeven moment veel nieuwe docenten. Ik heb me toen aangemeld.’ Max staat vol trots in uniform voor de klas. Hij voelt zich ook nog steeds politieagent. ‘In mijn functieomschrijving staat dat ik docent B ben, maar ik ben een politieagent, momenteel in de functie van docent. En daar ben ik trots op.’


Niet gevonden wat je zocht?

 

We gebruiken cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Met jouw toestemming plaatsen we ook cookies van derden. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet. Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.