Naar hoofdinhoud
  1. Onderzoek

'Reconstrueer het verhaal en herken sneller je cognitieve valkuilen'

Geschreven op
De voorkant van het boek 'Van watskeburt tot whodunit'

Criminoloog Chantal Epskamp-Dudink is voor een open blik en onbevangenheid in opsporingsonderzoeken. Denken in scenario's is cruciaal voor de recherche. Maar de recherche was zich eerder onvoldoende bewust van de valkuilen die ze daarbij kunnen tegenkomen. In opdracht van de Politieacademie schreef Epskamp het boek 'van watskeburt tot whodunit'. Dit boek helpt om het scenariodenken in de opsporing te verbeteren. 

Vertrouwen in de overheid en de rechtshandhaving is belangrijk. Daarvoor zijn rechercheonderzoeken nodig waarover geen twijfel bestaat. Onderzoeken die overtuigend duidelijk maken wat er is gebeurd in een zaak. Het boek van Epskamp combineert daarom wetenschappelijke theorieën met inzichten uit het strafrecht en de opsporingspraktijk. Dat vertaalt zij naar praktische denkkaders, hulpmiddelen en tips voor de opsporing. 

​Valkuilen in de opsporing 

Het denken in scenario's in de opsporing zorgt er bij voorkeur voor dat de politie met een open blik uitzoekt wat er is gebeurd en wie er betrokken zijn bij een misdrijf. Maar men moet zich bewust zijn van de valkuilen die daarbij kunnen optreden, zoals tunnelvisie en zogenaamde 'confirmation bias'. 'Aan een tunnelvisie gaat een aantal psychologische processen vooraf die ieder mens in zich heeft. Die processen helpen je om in het dagelijks leven te functioneren. De overtuiging van je eigen gelijk, een bepaalde zelfverzekerdheid, heb je nodig om te doen wat je moet doen. Bij een confirmation bias ben je zo overtuigd van je eigen gelijk dat je niet meer openstaat voor andere visies en blikvelden', legt Epskamp uit.

Rechterlijke dwalingen 

Ook een hoge werkdruk, het idee dat een bekentenis altijd bewijs is en druk vanuit publiek, politiek en pers hebben geleid tot rechterlijke dwalingen of twijfel over afgeronde onderzoeken. Epskamp: 'We hadden eind jaren negentig een ander opsporingsklimaat. Er was minder ruimte om kritisch te reflecteren. Men dacht anders over hoe je een verhaal reconstrueert en hoe je dat verankert. Een bekentenis, die vaak onder extreme druk tot stand kwam, werd gezien als het sterkste bewijsmiddel. Bij een rechterlijke dwaling veranker je een verhaal niet goed in bewijsmiddelen. Je bouwt het verhaal op informatie die onjuist is of bewijs dat je niet als bewijs kunt zien. Maar je kunt ook vanuit verschillende perspectieven het verhaal reconstrueren. Zorg er daarom voor dat je terwijl je de informatie bekijkt, je je altijd afvraagt of het ook anders kan.'

Nieuwe manier van reconstructie 

Het boek biedt een praktisch denkkader om dat verhaal te bouwen en de losse informatie in samenhang met elkaar te zien. 'Volgens de nieuwe manier van reconstrueren zouden we nu het hele verhaal in kaart brengen en een bekentenis toetsen met de reconstructie. Klopt die bekentenis wel in de context van het hele verhaal? Dan zou duidelijk worden dat het verhaal op andere onderdelen rammelt en geen samenhang vindt. De cultuur is de afgelopen jaren veranderd. Ook de teams zijn anders opgebouwd. Er is ruimte voor wetenschappelijke inzichten en kritische reflectie. In mensenwerk kun je denkfouten niet helemaal voorkomen. Maar we hebben door deze stappen de kans op rechterlijke dwalingen wel enigszins kunnen verkleinen', voegt Epskamp toe.

Opgedragen aan familie Van Doorn 

Epskamp heeft het boek opgedragen aan de familie Van Doorn. De dood van Milica van Doorn zorgde in 1992 voor opschudding in de samenleving. Na jarenlang onderzoek kwam er maar geen schot in de zaak. Pas toen alle onderzoeken van al die jaren in samenhang werden bekeken, kwam de politie uit op het meest waarschijnlijke scenario. Epskamp was zelf ook voor een deel betrokken bij het onderzoek: 'We beschikten in de zaak Milica van Doorn over forensische sporen. Toen DNA-onderzoek voldoende was ontwikkeld, startten we een DNA-verwantschapsonderzoek, waarmee we de dader vonden en we de zaak na 25 jaar konden oplossen. De scenarioreconstructie die daaraan voorafging heeft ons geholpen het DNA-verwantschapsonderzoek effectief in te zetten. We hoefden maar 133 mannen te vragen hun DNA af te staan. Ook hielp het ons tijdens de rechtszitting. De verdachte kwam met een alternatief scenario, dat wij eerder hadden onderzocht vanuit de scenarioreconstructie en met onderbouwing hebben kunnen uitsluiten. De context van een verhaal wordt hiermee nog belangrijker. Deze zaak heeft de kracht van scenarioreconstructie laten zien.'

Van watskeburt tot whodunit 

Het boek is bedoeld voor rechercheurs en andere politiemedewerkers, het Openbaar Ministerie, maar ook studenten/docenten van de Politieacademie en universiteiten, beleidsmakers en wetenschappers. ​Het voorwoord is geschreven door lector Forensisch Onderzoek Christianne de Poot, lector Intelligence Ana Isabel Barros en lector Criminaliteitsbeheersing en Recherchekunde Nicolien Kop

Meer informatie


Niet gevonden wat je zocht?

Deze website van de Politieacademie gebruikt cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet.

 

Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.