Organisatie ‘Openheid over geweldcijfers zorgt voor positieve dynamiek’ Geschreven op dinsdag 13 mei 2025 Na jaren van toename lijkt het aantal geweldsaanwendingen door de politie te stabiliseren. In 2024 kwamen politiemedewerkers bij ruim drie miljoen incidenten ter plaatse. In 36.151 gevallen werd daarbij geweld toegepast. Ter vergelijking: in 2023 gebeurde dat 35.989 keer. In minder dan één procent (0,74 procent) van alle meldingen waarbij de politie ter plaatse kwam, gebruikten zij geweld. De inzet van het vuurwapen daalde vergeleken met eerdere jaren. Dat blijkt uit het rapport ‘Geweldsaanwendingen door politieambtenaren in 2024’. ‘De afgelopen vijf jaar hebben we een constante stijging van geweldsaanwendingen door de politie gezien’, zegt Bas Mali. Hij is wetenschappelijk onderzoeker aan de Politieacademie. ‘Ten opzichte van 2023 zien we over 2024 voor het eerst een stabilisatie. Wat was de verklaring voor de stijging in de vorige jaren? Niet zozeer dat de politie steeds meer geweld gebruikte. Maar vooral dat de politie gevallen steeds beter is gaan registreren. Een belangrijk deel van deze stijging is dan ook geweld tegen goederen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het intrappen van een deur om een pand binnen te komen. Dat soort geweld werd eerder niet altijd op een juiste manier geregistreerd.’ Positieve dynamieken ‘Het is goed dat de politie transparant is over haar geweldsaanwendingen’, zegt Bas. ‘Het brengt allerlei positieve dynamieken met zich mee. Door deze cijfers naar buiten te brengen, komen daar reacties op. Er worden kritische vragen over gesteld en daar reageert de politie weer op. Dat is heel goed. Je hebt criticasters nodig om beter te worden. Binnen de organisatie ontstaat er ook een dynamiek. Dat komt doordat je als politie weet dat deze cijfers elk jaar naar buiten gaan. Het zorgt voor een bepaalde druk om als het nodig is ook gaandeweg bij te sturen. En daarmee ook om te blijven leren van geweld.’ ‘Zo is sinds 2020 het vuurwapengebruik elk jaar afgenomen. Ook omdat de politie hier kritischer naar is gaan kijken. Het merendeel van het vuurwapengebruik is het richten en het gericht houden van het wapen. Niet het daadwerkelijk gebruik van het vuurwapen. Bijvoorbeeld bij een uitpraatprocedure, om mogelijk vuurwapengevaarlijke verdachte personen uit een voertuig te krijgen. Geleerd wordt dat politiemedewerkers in voorkomende gevallen ook de hand op het holster kunnen houden. Of het wapen ter hand kunnen nemen zonder te richten.’ Beoordelen van geweldsregistraties Bas ziet in de cijfers ook een kritisch punt. ‘Een hulpofficier van justitie toetst elke geweldsaanwending. Als daar reden toe is moet een aanvullend onderzoek geweldsaanwending uitgevoerd worden. Het aandeel geweldsaanwendingen dat hiervoor in aanmerking komt neemt elk jaar af. Ondanks deze daling worden de streeftermijnen waarbinnen zo’n aanvullend onderzoek moet zijn uitgevoerd niet altijd behaald. Dit komt het leren van zo’n geweldsaanwending niet ten goede. Het is niet duidelijk waardoor dit komt. Misschien moeten we ook nadenken over het stelsel zelf. Om naast het verantwoorden nog meer nadruk te leggen op het leren van geweld.’ Goed op weg Toch wil Bas vooral de nadruk leggen op het positieve. ‘Bij maar 0,74 procent van de inzetten waarbij de politie aanwezig is geweest, vond er een geweldsaanwending plaats. Het komt dus maar weinig voor. Tegelijkertijd is het ook van wezenlijk belang voor de politie dit goed te doen. Het gebruik van geweld door de politie raakt direct het vertrouwen in de politie. Vertrouwen dat noodzakelijk is voor haar gezag. Door openheid over deze cijfers te geven, streeft de politie ernaar om het goede te doen. Wat niet wil zeggen dat we niet kritisch mogen zijn, maar we moeten elkaar wel de tijd geven.’ ‘Vroeger werd hier heel weinig over gerapporteerd. De politie is in 2019 met deze nieuwe manier van werken begonnen. We komen dus van ver, zijn echt goed op weg en zien ook echt wel verbeteringen. Ook dit rapport zet weer aan tot denken over hoe wij zaken verder kunnen verbeteren.’