Naar hoofdinhoud
  1. Onderzoek
  2. Organisatie

‘Geweld is goed leerstuk voor verantwoord datagebruik in opsporing’

Geschreven op
Politiedialoog: van tactiek naar datagedreven opsporen én vervolgen

Bij datagedreven werken kunnen we veel leren van de regels die gelden bij geweldsgebruik. Daarmee sloot programmadirecteur datagedreven werken Ruud Staijen dinsdag de Politiedialoog bij de Politieacademie in Apeldoorn af. ‘Voor geweld gelden duidelijke regels, training en toetsing. Dat hebben we bij data ook nodig.’

‘Geweld is een geweldig leerstuk dat de politie goed heeft gedaan. We trainen het iedere drie maanden. En we hebben consensus: Wanneer gebruik ik een wapen? Wanneer een wapenstok? Wanneer pepperspray? Ik denk dat we straks bij data ook gaan zeggen: dit is proportioneel of niet,’ zegt Ruud.

Proportioneel en verantwoord

De uitdaging is om samen te bepalen wat proportioneel en verantwoord is. Ruud: ‘We moeten vooraf bespreken wat we wel doen en wat niet. Wat is uitlegbaar? Dat is niet alleen een juridische, maar ook een maatschappelijke vraag. Wat vertrouwen we de politie toe. En wat willen we niet opgeven aan privacy? Die balans moeten we samen blijven zoeken.’

Datagedreven werken stelt ons voor uitdagingen. Daarover is iedereen het in de congreszaal van de Politieacademie eens. Experts van onder andere de Politieacademie, operatie en uit de strafrechtketen wisselden tijdens een levendige dialoog een breed palet aan perspectieven uit. ‘We leven in een wereld waarin we steeds digitale sporen achterlaten. Dat geeft ons toegang tot een schat aan informatie. Maar het brengt ook serieuze risico’s met zich mee’, vertelt onderzoeker Wendy Schreurs.

Zelfbevestiging of waarheidsvinding

‘We maken gebruik van slimme algoritmes die razendsnel patronen kunnen zien die mensen niet zien. Maar zulke systemen zijn niet foutloos. Ze kunnen bestaande ideeën juist versterken in plaats van nieuwe waarheden tonen’, vertelt Wendy in haar betoog. Volgens haar bestaat het risico dat datagedreven opsporing leidt tot zelfbevestiging in plaats van waarheidsvinding.

Volgens Wendy heeft de politie nog onvoldoende scherp wat het werken met data betekent voor goed politiewerk. De wetgeving blijft achter bij de technologische ontwikkelingen. Daarom is het belangrijk dat we zelf kritisch en ook binnen de ethische en juridische grenzen blijven. ‘De kern van goede opsporing is niet alleen de data of het algoritme. Maar óók het menselijk oordeel over wat die technologie ons aanreikt’, sluit Wendy af.

Politiedialoog met directeur Leonard Kok in de zaal

Slapen of dood?

Sophia van Toledo van de Landelijke Eenheid Opsporing en Interventies vertelt tijdens de dialoog over het onderzoek naar de versleutelde berichtendienst Encrochat. Hierbij kreeg de politie toegang tot miljoenen chatberichten van criminelen. ‘We konden live meelezen met gesprekken over moorden, drugsdeals en liquidaties’, zegt Sophia. ‘Zonder algoritmes hadden we dat nooit kunnen verwerken. Je krijgt meer data binnen dan je aankunt.’

De politie ontwikkelde samen met het Nationaal Forensisch Instituut een tool die kunstmatige intelligentie inzet om verdachte woorden te herkennen. Ze konden ze de belangrijkste berichten vinden. ‘We hebben een model getraind op woorden die in eerdere tapgesprekken voorkwamen’, vertelt Sophia. ‘Woorden als ‘spotten’ of ‘slapen’ konden wijzen op een dreigende liquidatie.’

Toch blijft menselijke interpretatie door rechercheurs noodzakelijk. ‘Iemand moet gaan slapen. Wordt dan bedoeld dat hij naar bed moet, of dat hij uit de weg geruimd moet worden? Zulke context begrijpt een algoritme niet. AI helpt bij het filteren, maar de rechercheur moet de conclusie trekken.’

Regelgeving in de kinderschoenen

‘De regelgeving rond het gebruik van data in politieonderzoeken staat nog in de kinderschoenen’, zegt privacy-advocaat Frederick Leentfaar. Daarom is het volgens hem van groot belang dat het gebruik van data al in het voortraject goed wordt gekaderd. Dat voorkomt later discussie in de rechtszaal. Raadsheer-plaatsvervanger en juridisch adviseur Yolanda van Setten voegt eraan toe ‘dat het bewijs ook reproduceerbaar moet zijn’. En dat is lastig met AI: ‘Een zelflerend systeem verandert voortdurend. Als je niet kunt uitleggen hoe een conclusie tot stand kwam, kan de rechter die niet toetsen.’

Een probleem hierbij is dat rechters de gebruikte techniek vaak niet snappen. ‘Het zijn echte alfa’s’, schetst Yolanda. Sowieso ontbreekt het aan voldoende digitale kennis in de strafrechtketen. Want ook officieren van justitie, advocaten en rechter-commissarissen hebben moeite de techniek achter datagedreven onderzoek te begrijpen. Meer gezamenlijke training zou een goede eerste stap zijn, zo klinkt er uit de zaal. Hierbij wordt ook geopperd dat de Politieacademie hierin een rol zou kunnen vervullen voor de strafrechtketen.

De dialoog legt vooral bloot dat er nog veel onduidelijk is. En dat we vooral ook oog moeten hebben voor de ethische kant van politieonderzoek met algoritmes. ‘Het is zoeken naar een balans tussen veiligheid en in wat voor samenleving we willen leven’, zegt ethicus Mijchanou Kowalczyk. ‘Als je in een bepaalde dataset voorkomt, kan dat je al bij voorbaat onterecht verdacht maken. Ruud Staijen sluit zich daarbij aan: ‘We zitten nu eigenlijk op een wipwap. Datagedreven werken heeft veel potentie, maar er zit ook een risico in. Daar moeten we balans in vinden.’

Politiedialoog doorkijkje vanuit de zaal

Niet gevonden wat je zocht?

 

We gebruiken cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Met jouw toestemming plaatsen we ook cookies van derden. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet. Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.