De Politieacademie heeft de ambitie haar positie als spin-in-het-web voor praktijkgericht onderzoek voor de politie te verstevigen en het jaarlijkse wetenschapscongres op donderdag 12 oktober is daar een bijdrage aan. Beleidsmakers van politie en het ministerie, onderzoekers van de Politieacademie en andere onderzoeksinstituten dachten na over hoe het noodzakelijke leren binnen de politie kan worden verbeterd.
Ook dit jaar werd het congres georganiseerd door de politie, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Politieacademie. Behalve een plenair deel waren er diverse workshops waar deelnemers met elkaar in gesprek konden gaan over diverse aspecten van het centrale thema: de veranderkracht van de politie. Zo waren er deelbijeenkomsten over de digitale relatie tussen de politie en de burger, diversiteit en conclusie en de doorwerking van onderzoeken. Het congres werd echter afgetrapt door een gesprek met de leiders van de politie, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Politieacademie.
Naar een leercultuur binnen de politie
Leonard Kok (directeur Politieacademie) stelde dat veel van het leervermogen binnen de politie afhangt van de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en politiepraktijk. “Dat was lange tijd echt niet vanzelfsprekend maar dat gesprek is er nu wel. Dat krijgt concreet vorm in het in werking brengen van kenniscentra, maar ook zie je ontwikkelde kennis terug in de curricula van het onderwijs rond bijvoorbeeld weerbaarheid en forensische opsporing.
We kunnen daarbij niet zonder de politiepraktijk omdat dat de student in aanraking brengt met het politiewerk en de wereld buiten. Als we dat goed weten te ontwikkelen, dan gaat dat echt iets betekenen voor de leercultuur binnen de politie."
Leonard beklemtoonde nog eens dat het onderzoek van de Politieacademie onafhankelijk gebeurt. “Ik spreek graag over nabije distantie; we houden afstand maar we zijn wel betrokken. We hoeven de politie niet in de gordijnen te jagen. Integendeel, alleen samen met de politie kunnen onderzoeksresultaten implementeren. Maar ik sta voor de onafhankelijkheid van de onderzoeken."
Veilig leren
Henk Geveke, lid van de Korpsleiding, beklemtoonde dat verandering in het leer- en werkklimaat alles te maken heeft met veiligheid in het team. “In zo'n klimaat mag je fouten maken en als je daarop reflecteert dan verdient dat erkenning en waardering en geen afrekening." Geveke pleitte in dat verband voor de ontwikkeling van een methodiek om als leidinggevende zo'n cultuur te creëren waarin leren onderdeel van het werk is.
Leren is geen bijzaak
Monique Vogelzang (directeur-generaal Politie en Veiligheidsregio's op het ministerie van Justitie en Veiligheid) gaf daarbij aan dat het leren een hoge prioriteit moet hebben. “Dat vraagt om een hoge kwaliteit van docenten en praktijkbegeleiders. Koppel de beste mensen aan de lerende organisatie; leren is immers geen bijzaak."
Samen onderzoeken
Dit wetenschapscongres is overigens de zesde in rij. Edwin Bakker, sectorhoofd Kennis en Onderzoek van de Politieacademie vertelt over de meerwaarde van dit congres: “We willen met het congres een platform bieden aan wetenschappers binnen en buiten de Politieacademie om na te denken over hoe we een impuls geven aan het noodzakelijke individuele en collectieve leren binnen de politie."
Traditioneel komen er ook veel onderzoekers van buiten de Politieacademie naar het wetenschapscongres en met die wetenschappers en onderzoeksinstelling wordt nauw samengewerkt. “Soms doen we dat door samen onderzoeken op te pakken of complementair onderzoek te doen", aldus Bakker. “In elk geval weten we elkaar goed te vinden als het gaat om praktijkgericht politieonderzoek."
