Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Strafzaken sneller oplossen met DNA-analyse op plaats delict

Plaatsingsdatum:  

Laatste update: 31-3-2022 17:03

Plegers van inbraken, straatroven en andere veelvoorkomende misdrijven zijn met snelle DNA-technieken in minder dan een halve dag op te sporen. De nieuwe procedure werkt wanneer rechercheurs, forensisch onderzoekers en andere experts in de strafrechtketen goed op elkaar zijn ingespeeld. Dat concluderen onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Politieacademie in het vandaag gepubliceerde rapport LocalDNA.

Foto: Nationale Politie

Het LocalDNA project werd samen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de politie en het Openbaar Ministerie (OM) uitgevoerd. Zij zochten gezamenlijk naar een manier om de procedure voor DNA-analyse te versnellen. Wanneer sporen via de gebruikelijke procedure in een forensisch laboratorium worden geanalyseerd duurt het gemiddeld dagen tot weken. Met de nieuwe DNA-analyse-apparatuur kan het eerste deel van de DNA-analyse al op of nabij de plaats delict worden uitgevoerd door de forensisch onderzoekers van de politie.

Ter plaatse DNA verzamelen en analyseren

Met het apparaat kan de politie ter plaatse DNA-informatie uit bijvoorbeeld bloedsporen halen en via een rechtstreekse, beveiligde internetverbinding delen met het NFI. Op het NFI worden de DNA-gegevens vervolgens door deskundigen geanalyseerd en geïnterpreteerd. De DNA-profielen worden daarna vergeleken met profielen binnen de zaak en in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Het resultaat van deze vergelijkingen wordt direct gerapporteerd naar Politie en het OM. Als het apparaat direct beschikbaar is, is DNA via deze nieuwe procedure al binnen enkele uren te analyseren en te gebruiken in de opsporingspraktijk.

Vergelijking snelle versus reguliere analyse

De nieuwe procedure werd toegepast in een proeftuin in de politie-eenheden Amsterdam en Midden-Nederland. Onderzoekers vergeleken een kleine vijftig zaken die met behulp van de snelle DNA-procedure werden onderzocht met vijftig zaken die de reguliere onderzoeksroute volgden. Daar zaten inbraken in woningen bij, maar bijvoorbeeld ook levensdelicten, straatroven en zaken rond illegale wietplantages. "We hebben gekeken welke invloed de snelle (mobiele) DNA-procedure had op de snelheid waarmee daders werden opgespoord en aangehouden," vertelt lector Forensisch Onderzoek Christianne de Poot. "We hebben hierbij ook de informatiestromen en de samenwerking tussen de partijen tijdens het proces in kaart gebracht." Ook is onderzocht welke verschillen er zijn in de kwaliteit, bruikbaarheid en kosten van de in beide procedures verkregen DNA-informatie.

Verdachte al na één of twee dagen op het spoor

Uit het project blijkt dat inzet van de nieuwe procedure het gehele proces van opsporing kan versnellen in een relatief klein aantal zaken. Voorwaarde is wel dat alle betrokken partijen snel kunnen handelen. Welke snelheid haalbaar is bij grotere aantallen strafzaken zal nog moeten blijken. "Met de nieuwe aanpak duurde het gemiddeld één à twee dagen voordat een verdachte werd geïdentificeerd, tegenover gemiddeld enkele weken tot maanden in de controlezaken, die het reguliere proces volgden", illustreert Rosanne De Roo, onderzoeker bij de HvA en projectleider van het wetenschappelijk onderzoek. Verdachten werden gemiddeld binnen twee à drie weken na de identificatie opgepakt, tegenover gemiddeld een aantal maanden in de controlezaken. In twee gevallen werd de verdachte al op dezelfde dag aangehouden. Eén van de verdachten werd in het LocalDNA-project geïdentificeerd en nog dezelfde avond (nota bene bij een tweede delict) in de kraag gegrepen.

Strafzaken sneller oplossen

De politie krijgt strafzaken mede door inzet van de snelle DNA-procedure sneller rond. "Vaak is er direct na het misdrijf nog meer bewijs voorhanden. Zo hebben verdachten zich vaak nog niet ontdaan van gestolen goed of dragen ze nog sporen van het misdrijf met zich mee. Ze zijn bovendien eerder geneigd om te bekennen als ze al kort na de gebeurtenis geconfronteerd worden met de verdenking tegen hen en met het bewijs," zegt De Poot. "Gebeurt dit pas weken of zelfs maanden na dato, dan is het een stuk gemakkelijker om te ontkennen. Sterker nog, soms zijn ze de hele gebeurtenis zelfs al vergeten."

Fijn voor slachtoffers, motivatie voor politie

Dat verdachten via een snelle (mobiele) DNA-procedure sneller aangehouden worden is niet alleen fijn voor slachtoffers, het is ook motiverend voor rechercheurs. "Het verzamelen en analyseren van bewijsmateriaal is gewoonlijk een heel traject, met veel stappen en tussenschakels die in tijd en plaats van elkaar zijn gescheiden. Verschillende mensen hebben hierbij elk een klein stukje verantwoordelijkheid. Partijen onderling zijn soms onvoldoende op elkaar ingespeeld en moeten vaak op elkaar wachten," legt De Poot uit. "Dat was in het project LocalDNA wel anders en dat werkt motiverend voor de collega's bij de politie. Die hebben het gevoel zelf meer de touwtjes in handen te hebben en zijn in een relatief korte tijd van kop tot staart betrokken bij een zaak."

Ook meerwaarde bij ernstige delicten?

De Poot en De Roo staan alweer te popelen om vervolgonderzoek te gaan doen. De Roo: "Tot nu toe hebben we ons vooral gericht op vrij grote bloed- en speekselsporen, omdat de apparatuur waar we mee werken daar momenteel alleen geschikt voor is. Maar wat als we ook snel DNA uit kleine, onzichtbare DNA-sporen kunnen analyseren die zijn veiliggesteld op de plaats delict?"

De onderzoekers willen ook meer inzicht in de meerwaarde van snelle DNA-technieken op de plaats delict, specifiek bij grote onderzoeken naar ernstige delicten, zoals moord. "Snelle sporenanalyse op de plaats delict kan helpen bij het opstellen van scenario's voor het oplossen van een zaak, zo weten we uit studies met een gesimuleerde plaats delict. We zouden graag toetsen of dat ook in de praktijk zo is," zegt De Poot.

Meer informatie

Trefwoorden