Hulpverlenen aan hen die deze behoeven Anke volgt de bacheloropleiding politieleider. Zij maakt deel uit van de eerste lichting van deze opleiding. Ook zij denkt na over wat de politietaak betekent in de huidige tijd. In de eerste lesweek startte een docent een discussie. Zou je in dienst blijven als iemand als Trump hier president zou worden? Dit was na de ‘klopjacht’ op Amerikaanse politieagenten die betrokken waren bij de rellen bij het Capitool. Was je als agent toen voor of tegen Trump? Als je aan de ‘verkeerde’ kant stond, kon het zo maar zijn dat je geen baan meer had. Wat zou ik doen? Mijn gedachten gaan alle kanten op. Wat zou ik doen? Zou ik blijven als de politie moet voldoen aan rechtsregels die zo anders zijn dan die waarin ik ben opgegroeid? Zou ik in verzet gaan? Of zou ik meebewegen? De vergelijking met de Tweede Wereldoorlog is al snel gemaakt. Terecht of niet, het geeft wel stof tot nadenken. De politie (op een aantal verzetsstrijders na) werd ondergeschikt aan de bezetter. Dat zien we nu als de foute keuze. Maar was er een keuze? Met de kennis van nu is het makkelijk zeggen: ja, natuurlijk! Maar wat als dat betekent dat je geen baan meer hebt? Niet meer voor je gezin kan zorgen? Je familie niet meer veilig is? Ik denk dat het heel lastig is om in te leven in hoe het écht was. ❛❛ Het maakt dat ik vertrouwen blijf hebben, vertrouwen dat dit werk bij me past. Dat mijn collega’s en ik het werk kunnen blijven doen waar we voor staan. In de tussentijd zijn we een paar maanden verder. Op het moment dat ik dit schrijf, is de nieuwe asielwet net door de Tweede Kamer. De wet waarin het helpen van mensen die illegaal in Nederland verblijven, strafbaar wordt gesteld. Al is de uitvoering van die wet voorlopig op een soort gedoogbeleid gezet. Hoe strookt deze wet met de politiewet? Die wet is de basis is van al het werk dat wij straks gaan doen. In artikel 3 van deze wet staat: De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Mag ik die mensen straks niet meer helpen? Hulpverlenen aan mensen die dat nodig hebben. Dat is een politietaak die ik in mijn lijf voel. Waar ik van ‘aan’ ga. En wat een belangrijke reden is geweest om deze stap naar de politieopleiding te zetten. Hoe gaat dat samen met het strafbaar stellen van hulpverlenen aan mensen die illegaal in Nederland zijn? Mag ik die mensen straks niet meer helpen? Ik wil geen onderscheid maken. Ik wil niet hoeven denken: mag ik jou wel helpen? Wordt dit deel van mijn werk straks strafbaar? Of moet ik straks als handhaver van de rechtsorde mensen arresteren die medemenselijkheid laten zien en anderen helpen die illegaal in Nederland verblijven? Er is al veel gezegd, geschreven en gedeeld door politiecollega’s over dit onderwerp. Ook door onze korpschef. Het doet me goed om te zien en merken dat, voordat de wet definitief is, een standpunt is ingenomen door de organisatie. Het maakt dat ik vertrouwen blijf hebben, vertrouwen dat dit werk bij me past. Dat mijn collega’s en ik het werk kunnen blijven doen waar we voor staan. Zonder onderscheid.