Naar hoofdinhoud

Politiestraatwerk en informatiegebruik

Politiestraatwerk en informatiegebruik - twee agenten op de rug gezien lopen op markt

Waar gaat het onderzoek over?

Dit onderzoek gaat over de wisselwerking tussen digitalisering en politiestraatwerk. Wat zijn digitale ontwikkelingen en wat betekenen die voor (de inhoud van) het werk op straat?

Begin jaren negentig is de opkomst van politie-computerbestanden begonnen. Hierdoor heeft de politie een enorm 'digitaal politiegeheugen’ gekregen. De vraag was welke invloed dit heeft op het werk van politiemensen op straat.

Hoe is het onderzoek opgezet?

Het onderzoek is een longitudinale meervoudige gevalstudie. Bij zo’n studie onderzoeken we meerdere keren dezelfde politielocaties. Zo bepalen we of er na een tijd veranderingen zijn. Door de jaren heen hebben we op drie politielocaties iedere keer onderzoek gedaan: in Amsterdam, Groningen en Wageningen. Dit was in de periodes 1991-1993, 2002-2005 en 2022-heden. 

In elke periode hebben we ook in andere plaatsen onderzoek gedaan om het beeld te verrijken. Zo hebben we onlangs ook onderzoek gedaan in Hoogeveen en Assen. Leeuwarden en Haarlem volgen nog.

De belangrijkste onderzoeksmethode is Systematische Sociale Observatie (SSO). Bij deze methode gaan onderzoekers met politiemedewerkers mee de straat op. De onderzoekers noteren dan onder meer waarbij agenten optreden. En hoe zij optreden en welke rol informatie speelt in het werk. Interviews zijn een aanvullende methode.

Resultaten van het onderzoek

Het onderzoek heeft als doel de politieteams inzicht te geven in hoe het werk op straat echt is. En welke rol computerinformatie in dat werk speelt en hoe contextgericht werken verder vorm kan krijgen. 

Twee hoofdbevindingen tot nu toe zijn: 

  1. De digitalisering maakt het werk op straat meer controlegericht. Terwijl de hoogste politieprioriteit het sterker maken van de verbinding met burgers is.
  2. De digitalisering brengt ‘dataprofilering’ met zich mee. Wie eenmaal in het systeem zit (‘bekenden van ons’) heeft om die reden extra kans op een controle of een bekeuring. Voor wie niet in de systemen voorkomt (‘brave burgers’) geldt dat niet. De bevindingen gebruiken we om de teams te ondersteunen bij het verder ontwikkelen van gebiedsgebonden politiewerk. De Politieacademie heeft de resultaten ook gebruikt in haar master- en bacheloropleidingen. 

Met wie werken we samen?

De Politieacademie werkt in dit onderzoek samen met:

  • NHL Stenden Hogeschool

  • Open Universiteit

  • Hogeschool Utrecht

  • Vrije Universiteit

Feiten over het onderzoek

Lectoren en onderzoekers 

In de periode 2022-heden: Wouter Stol, Jurjen Jansen, Wendy Schreurs, Litska Strikwerda (Open Universiteit)

Studenten

Amber Leffers (NHL Stenden), Jasper Harmsen (NHL Stenden), Marit Dijkstra (Vrije Universiteit) 

Looptijd

1991-heden

Onderzoeksonderwerp

Dit onderzoek valt onder de kenniscentra Lokaal Politiewerk (onderzoeksonderwerp contextgericht politiewerken) en Digitalisering en Technologie (onderzoeksonderwerp digitalisering en politiewerk). 

Niet gevonden wat je zocht?

 

We gebruiken cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Met jouw toestemming plaatsen we ook cookies van derden. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet. Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.