Het verhaal van Marianne Marianne is 49 jaar als ze besluit alsnog bij de politie te gaan. Alsnog, want het was eigenlijk een meisjesdroom die ze op de middelbare school moest laten varen. In de tussentijd werkte ze onder andere als beleidsmedewerker en af en toe als Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (BABS). De kennis die ze bij het trouwen van stellen heeft opgedaan, komt haar nu goed van pas. ‘Zo’n achttien jaar geleden, toen ik bij een gemeente werkte, werd ik gevraagd of ik niet ook BABS wilde worden. Er waren toen vooral wat oudere BABS’en in dienst. Een collega vond dat ik wel geschikt zou zijn als trouwambtenaar. Het is een soort erebaantje. Ik had toen – en nu nog steeds – geen moeite met spreken in het openbaar. Ik ben uiteindelijk bij drie verschillende gemeenten BABS geweest. Dat ben ik nu nog steeds, maar tegenwoordig als zzp’er. Ik doe het wel een stuk minder dan voorheen, omdat ik nu in opleiding ben tot politieagent. Dat kost veel tijd.’ ❛❛ Door al die gesprekken heb ik geleerd om geen vooroordelen te hebben: de buitenkant zegt niets over iemands karakter. ‘Als BABS kom je vaak bij stellen thuis die gaan trouwen. Zo ben ik echt bij de meest uiteenlopende mensen over de vloer geweest: van jong tot oud, met allerlei verschillende achtergronden en culturen. Soms ontmoet je iemand die helemaal onder de tatoeages zit, maar dat zegt niets over wie iemand van binnen is. Door al die gesprekken heb ik geleerd om geen vooroordelen te hebben: de buitenkant zegt niets over iemands karakter.’ Niet alles is zwart-wit ‘Bovendien heb ik door mijn werk als BABS veel mensenkennis opgedaan. Ik leer mensen goed kennen omdat ik veel vraag, maar ze vertellen me ook van alles. Vaak delen ze dingen die ze niet zomaar aan anderen vertellen. Veel stellen voelen zich bij mij op hun gemak en dan krijg ik echt hun hele verhaal te horen. Wanneer de voordeur opengaat, heb je soms al snel een oordeel – ‘oh, die is vast zo en zo’, maar ik zat er eigenlijk vaak naast. Door met zoveel mensen te praten, begrijp ik nu beter hoe iemand in een bepaalde situatie terecht kan komen. Of waarom mensen bijvoorbeeld suïcide plegen. We hebben daar vaak een oordeel over, maar sommige dingen zijn gewoon niet zwart-wit.’ ❛❛ Ik praat makkelijk, maar ik heb ook echt geleerd om goed te luisteren. ‘Ik was altijd al vrij makkelijk in de omgang, maar door mijn ervaring als BABS is dat nog sterker geworden. Ik praat makkelijk, maar ik heb ook echt geleerd om goed te luisteren. Ik heb al een paar keer te maken gehad met meldingen van huiselijk geweld. Dan weet je dat je geen oordeel mag – en kunt – hebben. Je moet eerst luisteren naar wat er precies is gebeurd, voordat je denkt te weten hoe het is gegaan.’ Wees duidelijkheid ‘Ondanks mijn levenservaring kan ik ook nog steeds veel leren. Laatst had ik bijvoorbeeld een slechtnieuwsgesprek. Toen leerde ik tips en technieken die ik nog niet kende. Bijvoorbeeld hoe je kunt omgaan met mensen die boos worden of juist dichtslaan. Zo kreeg ik de tip om direct bij de deur te melden dat je ‘slecht nieuws’ hebt. En om vervolgens direct bij binnenkomst te melden dat iemand is overleden. De kern van dit leerpunt is om dus niet te wachten met het brengen van het slechte nieuws. Dit lijkt hard, maar geeft tegelijkertijd duidelijkheid. Verder is het laten vallen van stilte in zo’n situatie goed. Dit geeft mensen de ruimte in hun verwerking en het tonen van emoties.’ ‘Een groot verschil tussen BABS en politieagent zijn, is hoe mensen op me reageren. Zodra ik een uniform draag, reageren mensen echt anders. Ik merk dat er mensen zijn die nerveus worden in een gesprek met een agent. Sommigen gaan zelfs bibberen of stotteren. Zelf had ik geen moeite met de overgang van burger naar politie, maar het uniform doet echt iets met mensen. Het straalt gezag uit. Ik had daar wel bij stilgestaan. Maar dat het zoveel teweeg kan brengen, ja dat verbaasde mij in het begin wel.’