Identificeren-individualiseren van werktuigsporen (2024)

De opleiding is voor politiemedewerkers die interesse hebben in microscopisch onderzoek. Hij/zij heeft een actieve houding en vindt techniek en natuurkunde boeiend.

In de opleiding leer je het microscopisch vergelijken (onderzoeken) van werktuigsporen van (platte) werktuigen. Ook bepaal je de kwaliteit van de overeenkomst(en). Je maakt veel gebruik van lastige onderzoeksapparatuur, werkvoorschriften, vuistregels en richtlijnen.

Je laat de resultaten van jouw onderzoek zien in gesproken termen. Ook doe je dit op basis van de 'logische' of 'likelihood ratio’ (LR)-methode (Bayesiaans).

Je hebt voor het identificeren of individualiseren van werktuigsporen verschillende soorten kennis nodig. Denk bijvoorbeeld aan materialenkennis en kennis over verschijningsvormen van werktuigsporen. Ook weet je hoe de Bayesiaanse statistiek werkt en heb je onderzoekservaring nodig.

Je volgt de eerste tien lessen om de week. Je hebt tweedaagse lessen waarin je praktijk, theorie en voorbeelden uit de praktijk krijgt. Je krijgt maximaal tien praktijkvoorbeelden. Hoeveel opdrachten je krijgt, hangt af van jouw ervaring. Wanneer je de leeropdrachten hebt afgerond, mag je zelfstandig de praktijkvoorbeelden uit jouw werkpraktijk uitwerken. Dit doe je onder begeleiding van jouw coach.

Na week twintig volg je maandelijks lessen. Je doet namelijk veel ervaring op in jouw eenheid. Ook leer je de lesstof. Na ongeveer 36 weken ga je de examenperiode in.

Tijdens de opleiding maak je een onderzoeksopdracht die geschikt is voor jouw werkpraktijk. Vervolgens voer je het onderzoek uit en leg je dit vast in een verslag. Hierin beschrijf je welke methode je hebt gebruikt. Ook schrijf je jouw uitkomsten op. Daarnaast laat je zien wat jouw conclusies zijn en welke aanbevelingen je hebt. Alles wat je leert tijdens de opleiding leg je vast in jouw portfolio. Bij het maken van de praktijkvoorbeelden overleg je vaak met jouw coach of docent.

Tijdens de opleiding behandel je vooral praktijkvoorbeelden. Dit worden ook wel korpsopdrachten genoemd. Deze opdrachten worden steeds moeilijker wanneer je verder in de opleiding komt. Diverse sporen, werktuigen en conclusies komen aan bod. Daarnaast word je getraind in het vergelijken van informatie. Dit heet compareren. Het presenteren, onderbouwen en verdedigen van jouw onderzoeksresultaten zijn belangrijke onderdelen in de opleiding. Hierbij krijg je begeleiding van specialisten uit de eenheid en van de Politieacademie.

In de opleiding heb je drie examenopdrachten. Je kunt in totaal twintig studiepunten halen.

1. Vergelijkend onderzoek op werktuig en werktuigsporen (8 studiepunten)

   Je werkt een praktijkvoorbeeld uit in een onderzoeksverslag. 

2. Opmaken Portfolio (6 studiepunten)

   Je maakt een portfolio waarin je jouw studieresultaten en voortgang verwerkt. Ook deel je de feedback en jouw groei. 

3. Eindgesprek (diepte-interview) (6 studiepunten)

   Je voert een eindgesprek met twee examinatoren. Dit doe je over examenopdracht 1 en 2. Twee specialisten uit het werkveld KIV en de Politieacademie beoordelen jou. 

Je hebt twee verplichte leeropdrachten die je uitvoert voordat je de examenopdrachten maakt:

1. De theoretische basis;
2. De basiscasus. 

Beide leeropdrachten moet je met een voldoende halen.

Voor deze opleiding heb je een leerwerkplek in een eenheid nodig. Op een leerwerkplek maak je in de praktijk gebruik van wat je leert in de opleiding. Het is handig om een laptop of desktop te hebben waarmee je lesmomenten volgt. Dit doe je via Microsoft Teams. Je maakt ook opdrachten in de lesomgeving itslearning.

Evaluatie van de opleiding

De Politieacademie beoordeelt regelmatig het onderwijs, de begeleiding van studenten en de examens. Het doel is om de opleiding te verbeteren. Direct na de opleiding vragen we jou digitaal in te vullen hoe je de opleiding hebt ervaren. Later vragen wij je nog een keer een beoordeling in te vullen. We gebruiken jouw mening om te bekijken of de opleiding aansluit bij de praktijk.