Het eerste kwartaal van 2016 betekent de start van de eerste empirische studies. Vanuit mijn lesprogramma op de Politieacademie begin ik met het volgen van de professionele samenwerking tussen een politiekundige bachelorstudent en een wijkagent rondom de aanpak van een buurtveiligheidsvraagstuk. Ik gebruik de verschillende colleges en werkgroepen om 'verbindende vermogens' aan te reiken als interventie binnen het onderzoek. Deze bestaan uit:
- 'het articuleren van kennis', oftewel het op waarde schatten van een bestaande praktijk en het verzilveren van het vakmanschap over het onderwerp ter plekke.
- 'het mobiliseren van kennis', oftewel het verzamelen van alle relevante inzichten over het onderwerp. Dit zijn zowel de perspectieven van interne en externe partners als theoretische kennis.
- 'het interpreteren van kennis'. oftewel het duiden en betekenis geven aan het proces en het vertalen naar inzichten voor beleid en onderzoek.
Door middel van een drietal werkbezoeken tijdens het zes maanden durende lesprogramma evalueer ik samen met de student en de wijkagent de wijze waarop dit hun samenwerking beïnvloedt. Ook bespreek ik met hen hoe hun samenwerking zich verhoudt tot de bestaande rollen en posities op het betreffende basisteam. Hierbij haken richting het einde ook relevante gesprekspartners, zoals wijkagenten experts of basisteamchefs aan.
