Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Praktijkontwikkeling 'WOE' – oktober 2017

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 9-11-2017 14:52

In de nazomer van 2017 blijkt dat het artikel ‘Het HOE van de WOE’ - dat ik samen met Bert Jan Kreulen in Tijdschrift voor Politie heb gepubliceerd - een snaar heeft geraakt op de werkvloer van de robuuste basisteams van Nederland. Onze schets van de moeizame ontwikkeling van de rol van de Wijkagent Operationeel Expert (WOE) wordt herkend en leidt tot ongeveer 10 verzoeken om onze visie toe te komen lichten tijdens lokale overleggen. 

Deze verzoeken leiden tot een aantal overdenkingen over mijn rol als onderzoeker in de praktijk van het politiewerk. Aanvankelijk zeg ik toe om – alleen of samen met Bert Jan – een presentatie te geven of  een workshop te verzorgen waarin we eerst kennis overdragen en daarna oefenen met casusbespreking en de bevraging van de wijkagent door de wijkagent expert. Ik voel echter een groeiend ongemak bij deze vormen omdat ik meer wil doen dan eenmalig te vertellen hoe ‘het’ zou moeten vanaf de "moral highgrounds" en vervolgens de wijkagenten (expert) aan hun lot over te laten in de "swampy lowlands". Daarom stel ik inmiddels een andere vorm voor die inhoudt dat ik niet voor de bühne ga staan om mijn verhaal te vertellen, maar aanhaak bij een werkoverleg of wijkagentendag. Op deze manier reflecteer ik tijdens de discussies en achteraf op dat wat wordt gezegd. Deze vorm staat toe dat ik de landelijke mechanismen die ik constateer kan relateren aan de context van een specifiek team. Dit leidt dan vaak tot een betrekkelijk eenvoudige analyse van een paar patronen die de ontwikkeling van de WOE-rol lokaal faciliteren of juist belemmeren. Dit dwingt mij ten eerste om terughoudend te zijn, zodat ik zicht krijg op de specifieke context. Soms vind ik achteraf dat ik toch te aanwezig (of dwingend) was, maar het feit dat ik niet voor maar tussen de troepen zat, blijkt voor mijn gevoel toch beter te werken.

Deze vorm lost echter niet alles op. Na zo’n meeting ga ik – met een bos ‘topbloemen’ onder de arm – weer weg, en laat ik de wijkagenten (expert) toch aan hun lot over. Op sommige teams bied ik mijn hulp en betrokkenheid aan, maar dit blijkt geen haalbare vorm van ondersteuning die past bij mijn rol als onderzoeker. In feite ligt er op de teams een vraagstuk op het gebied van ‘professionele (praktijk)ontwikkeling’: Hoe kunnen nieuwe functies (uit het LFNP) betekenisvol worden ingevuld en hoe kunnen teams daarbij ondersteund worden? 

Aanvankelijk denk ik daarbij aan de Politieacademie en een bijbehorende ‘cursus’ of ‘opleiding’. Maar later valt een kwartje. Het gaat om professionalisering van het politiewerk en er is sprake van een duidelijke behoefte vanuit de werkvloer. Is dit niet bij uitstek een taak voor de afdelingen Politieprofessie op de verschillende eenheden? En zoja, kunnen zij die ondersteuning bieden? Deze vragen ga ik in ieder geval in de komende periode stellen. 

Ik ben benieuwd naar de antwoorden.

Trefwoorden