Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Drie spanningen – feb 2019

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 2-7-2019 13:52

​Eind vorig jaar gaf ik samen met de recent afgestudeerde politiekundigen Luuk Hendriks en Thimo Coenderman een workshop tijdens het seminar 'Bazen & de Basis' op de Politieacademie.

Luuk en Thimo presenteerden hun bachelorscriptie over de opvattingen van ketenpartners over de wijkagent operationeel expert (WOE) en de operationeel specialist A (OSA). Zelf benoemde ik de strijd die WOE en OSA binnen de basisteams moeten leveren om zich te vestigen als nieuwe 'hybride professional'. Onze workshop ging dus over het externe en het interne perspectief op deze nieuwe politieprofessionals.

De WOE's en de OSA's hebben het moeilijk op de basisteams. Ze ontberen antwoorden op belangrijke vragen die een professional zichzelf stelt: 'Wat is mijn plek?', 'Wie ben ik?' en 'Wat doe ik?'. In meer vakinhoudelijke termen: ze kampen met rolonduidelijkheid, missen een herkenbare identiteit en zijn op zoek naar een passend handelingsrepertoire.

In de workshop belichtte ik drie spanningen die hier het gevolg van zijn:

1. 'Hoe profileer ik me?'
2. 'Hoe creëer ik een meerwaarde?'
3. 'Hoe geef ik vorm aan nieuwe werkverhoudingen?'

In het kader van het eerste belichtte ik de begrijpelijke, maar niet altijd handige keuzes die WOE's en OSA's maken om zich te profileren. Ze grijpen ze zich vaak vast aan portefeuilles, sporen of projecten die in hun e-mailhandtekening belanden. Deze thema's geven eerst houvast, maar brengen ook veel werk met zich mee dat niet altijd bij draagt aan duidelijkheid over hun rol.

In het kader van het tweede vervullen WOE's en OSA's vaak uitvoerende taken (noodhulp) of leidinggevende taken (opco) om zich – ook vanwege krapte - te laten gelden op de teams. Dit zorgt er echter voor dat de onduidelijkheid over hun rol, want ze zijn toch geen 'werkvloer' en geen 'baas'!?

Ten derde staan de WOE en de OSA voor de opgave om zich op een nieuwe manier te verhouden tot hun collega's. Ook dit leidt tot dilemma's. Moeten zij opdrachten van de baas doorsluizen naar de werkvloer of fungeren zij – andersom – als de informant van de werkvloer. Beide voelen niet goed, maar wat is het alternatief?

Deze drie spanningen van kenniswerkers in de Politie vormen een belangrijke bevinding van mijn proefschrift en ik behandel uitvoerig hoe zij hiermee worden geconfronteerd en hoe zij ermee omgaan om al doende een identiteit, bijpassend handelen proberen vorm te geven én de organisatie stukje bij beetje te veranderen.

Een conclusie is dat de WOE's en de OSA's hierbij ondersteuning nodig hebben, want hun nieuwe functie is meer dan 'effe wennen'. Het gaat om een nieuwe vorm van professionaliteit die in de praktijk ontwikkeld moet worden. Alleen het LFNP is daarbij niet genoeg.

Trefwoorden