Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

De worsteling van een wetenschappelijk paper – januari 2018

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 22-3-2018 12:37

Het schrijven van een wetenschappelijke publicatie heeft flink wat voeten in de aarde. Het begint vaak met een basisidee of ingeving, verwoord op anderhalf a4-tje. En het mondt uiteindelijk uit in een volwaardig artikel - met referenties en literatuurlijst in APAA-normen - dat is opgemaakt in de stijl van een tijdschrift. De lezer ziet alleen dit eindresultaat; een staaltje gestolde kennis met weloverwogen formuleringen, ‘ontschuldigde’ observaties, gestructureerde argumenten en gebalanceerde alineas. Als het goed is, ‘klopt’ het stuk en is het rond: het einde verwijst nog even naar de openingsanekdote en de empirie ondersteunt de belangrijkste beweringen. Er zijn geen rafelrandjes, geen loze beweringen; je mag je niet verliezen in te boude stellingen of zijpaden die afleiden van het centrale punt.

Het eindproduct is meestal krachtig en overtuigend, maar ook een beetje saai. En die 17 tussenversies staan enkel ergens in een mapje op een computer. Ik vind dat altijd een beetje jammer, omdat het proces van kenniscreatie (de reis) soms interessanter en leerzamer is dan het eindproduct (het doel). Maar hoe breng je zo’n proces over het voetlicht? Hoe toon je het horten en stoten van kennisproductie en de ontwikkeling die een stuk doormaakt? Je kunt onmogelijk alle versies, inclusief de opmerkingen, de keuzes, de herschrijvingen en het onvermijdelijke ‘kill your darlings’ delen met de lezer. Uiteindelijk gaat er een strik om de eindversie en dat is dan het product. Alsof alle sporen ernaartoe zijn uitgewist en de kennis vanuit het niets of als onvermijdelijke consequentie van empirisch onderzoek is ontstaan.

De wetenschapsfilosoof Bruno Latour is iemand die wel aandacht besteedde aan de wereld die tussen begin (de waarneming van een boom in de Amazone) en het einde (zeven pagina’s wetenschappelijk jargon met een nietje erdoor). Een proces dat hij translatie noemt en waar volgens hem stapsgewijs een beetje ‘echtheid’ verdwijnt, maar ‘betekenis’ voor in de plaats komt. Latour bestuurde Science in Action en toonde daarin wetenschap als sociale praktijk.

In een poging wat van deze wetenschap-in-actie uit eigen werk te tonen is bijgevoegde afbeelding een visualisatie van de 24 versies van het paper ‘Grijze Gebieden’. Dit paper gaat over de worsteling van hybride politierofessionals (zoals de wijkagent expert en de operationeel specialist) om hun rol en positie te bepalen.  Binnenkort verschijnt de definitieve versie in het juridisch tijdschrift Proces, dus voor nu kunnen we onze aandacht nog even richten op de visuele representatie van de worsteling van mij en mede-auteur Amanda Visch om tot het eindproduct te komen. 

Voor wat het waard is.



Trefwoorden