Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Twee jaar herijking: het zeurt en ... HET ZINDERT

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 28-8-2017 10:41

​We zijn al bijna twee jaar bezig met de herijking van de opsporing, maar waar staan we nu? Dat was een vraag waar ik kort geleden met een paar collega’s over sprak. De conclusie was dat we in een fase zitten waarin het soms zeurt, maar ook zindert. Het zeurt omdat je nog dagelijks stukken in de krant leest (en signalen krijgt) waaruit je moet opmaken dat we het nog niet goed genoeg doen. Zoals het verhaal van de vrouw die zelf achter haar aanrander aanging en zich onvoldoende door politie en justitie gesteund wist. Zoals de verhalen over bureaucratische belemmeringen bij het aanschaf van materiaal voor rechercheurs. Zoals de verhalen over onderzoeken die te traag verlopen, of over slachtoffers die niets meer horen na een aangifte.

En het zindert dus ook. Overal in het land zie ik jonge en oude collega’s dingen uitproberen, anders werken. Denk aan het Q-team van de eenheid Oost Nederland, een beweging van politiemensen die zelf aan de slag is gegaan met het werken aan een toekomstbestendige opsporing. Dit jaar was ik bij een fascinerende bijeenkomst van hen onder de titel CSI:nl waar ze politici, ambtenaren, journalisten, bestuurders, advocaten, rechters en wetenschappers een moordzaak lieten oplossen. Het doel was om ze zo te introduceren in het werk van de opsporing en duidelijk te maken hoe er wordt geïnnoveerd. Denk aan de collega’s overal in het land die het voorbeeld van het Q-team volgen. Denk aan de steeds bredere toepassing van de Vanguard-methode, waarbij ons werk weer veel meer wordt gericht op wat de burgers van ons vragen, het werk zelf, en we niet meer de slaaf zijn van systemen.

De zindering ervaar je als je hoort over hoe politie en justitie het illegale Hansa-netwerk overnamen (en zo zicht kreeg op duizenden transacties van criminelen), waar Charles Wiegant eind juli zijn column aan wijdde. In de praktische ervaringen van Margriet Algera. En in de heel concrete innovaties waar collega-columnist Frank Smilda over schrijft.

Wat me in al die verhalen vooral opvalt is dat er al zo veel mogelijk is in de opsporing. Misschien zit daar ook meteen een factor die weer tot het ‘zeuren’ bijdraagt. Want de wereld buiten ons om realiseert zich dat net zo goed. Met moderne track & trace technologie kan je de locatie van je gestolen fiets of auto gemakkelijk achterhalen. Verdorie, denken burgers dan, waarom komt de politie dan niet meteen in actie? Slachtoffers en hun omgeving zijn in staat daders via sociale media op te sporen. Verdorie, denken de burgers weer: waarom worden ze niet gearresteerd en waar blijft de politie dan om te helpen?

We komen er aan, kunnen we dan zeggen. Door publiek-private samenwerking bij het snel terughalen van spullen. Door bijvoorbeeld de Opsporings-app en de Samen Zoeken-app waar Frank Smilda over schreef. Maar het publiek voelt zich ondertussen wel als de consument die graag wil overstappen op een elektrische auto. Die komen eraan: betaalbaar, comfortabel, met een goede en snel oplaadbare batterij. Alleen laat de beschikbaarheid nog even op zich wachten.

Bij de herijking van de opsporing staan we voor dezelfde opgave als de automobielindustrie: volhouden en  doorgaan met innoveren om de gerechtvaardigde verwachting van de burger waar te kunnen maken.

Columnist van dienst: Wim van Amerongen
Programmadirecteur Herijking Opsporing

Reageren? Mail naar kwaliteitopsporing@politie.nl

Trefwoorden
wim van amerongen