Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Opsporing: de behoefte aan een nieuw sociaal contract

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 19-2-2018 15:40

Het ‘sociaal contract’ behoort tot de kernbegrippen van de politieke filosofie. Volgens de Britse filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) bestaat er een afspraak tussen burgers en heersers. Die luidt dat de heersers het recht krijgen regels op te stellen en het gezag uit te oefenen. Ze krijgen dit recht omdat burgers beseffen dat er anders een ‘oorlog van allen tegen allen’ zal zijn. Het sociaal contract is ook de basis van de verhouding tussen burgers en het vak dat wij als handhavers van de rechtsorde uitoefenen. Burgers zijn het er met elkaar over eens dat ze ‘ons’ nodig hebben voor het beschermen van hun veiligheid en vrijheid. Bijna niemand wil dat burgers het recht in eigen hand nemen.

Ik zou dit verhaal nu kunnen eindigen met de stelling dat dit sociaal contract altijd zal blijven bestaan. De burgers hoeven het journaal maar aan te zetten om te zien wat in landen gebeurt waar het gezag van de overheid wegvalt. Maar het verhaal van het sociaal contract is in zijn uitwerking toch wat ingewikkelder. Want het gaat natuurlijk ook om de vraag wat de overheid dan precies wel of niet mag en moet doen. Het is die wat-vraag waar zo ongeveer elk politiek debat om draait. De vraag dus wat de overheid moet doen om de vrede tussen burgers te handhaven, en wat ze vooral aan die burgers zelf moet overlaten. Het debat wordt scherper naarmate burgers zich emanciperen en gezag dus steeds minder als natuurlijk wordt gezien.

Bij de vernieuwing van de opsporing hebben we ook te maken met burgers die een grotere rol opeisen. Als hun fiets of scooter gestolen wordt, zoeken ze zelf op Marktplaats of die daar wordt aangeboden. Burgers sluiten zich onderling aan om samen zaken op te sporen. Denk aan het burgerjournalistieke netwerk Bellingcat dat fanatiek zoekt naar de militairen en strijders achter het neerhalen van de MH7. Denk aan de zelfbenoemde Pedojagers , de burgerwacht van Kootwijkerbroek en het werk van Terres des Hommes. Denk aan de WhatsApp-groepen van waakzame buurtbewoners.

Deze emancipatie, plus de toegenomen mogelijkheden voor de burgers (door IT en sociale media), maken duidelijk dat ook op het terrein van de opsporing behoefte is aan een nieuw sociaal contract. Dat vraagt een antwoord op een aantal prangende vragen. Een heel concrete en actuele is bijvoorbeeld welke voorwaarden we stellen aan bewijsmateriaal dat burgers verzamelen, wil het in rechtszaak kunnen worden gebruikt. Moet je geen eisen stellen aan het soort spyware die burgers gebruiken? Op welke manier pas je de rol van de burger-opspoorders in het vervolgingsproces? Hoe vergroot je de bruikbaarheid van bewijsmateriaal? Hoe organiseer je een vruchtbare wisselwerking tussen de professionele en de burgeropsporing? Hoe houdt je de staatsrechtelijke waarborgen voor de rechten (waaraan OM en politie gebonden zijn) overeind als burger-opspoorders een grotere rol krijgen? Met antwoorden op dat soort vragen kunnen we de leidende principes onder het sociale contract aanpassen.

Nu is het te vaak zo dat politie en justitie opsporen zoals het hoort, maar niet hoe het zou kunnen. Burgers doen het vaak zoals het kan, maar dan weer niet zoals het hoort. De opgave is om dit gat te dichten.

Bent u bezig met het formuleren van nieuwe leidende principes. Of brengt u ze zelfs al in praktijk? Mail ze naar kwaliteitopsporing@politie.nl

Columnist van dienst: Charles Wiegant
Programmadirecteur Herijking Opsporing en Vervolging van het Openbaar Ministerie

Trefwoorden
Charles Wiegant