Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Leren van de NS (1): de excuuscultuur voorbij

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 25-2-2020 10:43

Ook als politieman of -vrouw word je er makkelijk in meegezogen: de neiging om als er iets misgaat de oorzaak elders te zoeken. Altijd zijn er wel partners die niet meewerken of te traag zijn. Met groot gemak kan je met een beschuldigende vinger wijzen naar 'de maatschappij' waarin we elkaar niet meer aanspreken, opvoeders tekortschieten, bezuinigd is op voorzieningen, enzovoort. En dan is er nog het excuus aller excuses van de schaarste. Hoe kunnen we ooit met het gebrek aan mensen en middelen elke aangifte en elk onderzoek de aandacht geven die het verdient? Het verleidelijke van al die excuses is dat ze allemaal waar, of in elk geval gedeeltelijk waar, zijn. Maar de vraag die we ons moeten stellen is of het ons zal helpen de prestatie van de opsporing te verbeteren.

Over dit onderwerp sprak ik kortgeleden met de consultant Paul van Schaik van het bureau FTE Improvery. We kunnen veel van zijn ervaringen leren omdat hij jarenlang werkte voor een bedrijf dat veel weg heeft van de politieorganisatie: De Nationale Spoorwegen. Net als wij hebben ze daar vaak de hete adem van politiek, bestuur en media in de nek. Allebei zijn we op ons terrein min of meer monopolist. Maar bovenal hebben we allebei te maken met terecht hoge verwachtingen van burgers. Treinreizigers willen dat de trein zonder vertraging rijdt. Onze 'klanten' willen (in het geval van de opsporing) dat kordaat wordt opgetreden als ze het slachtoffer van een misdrijf zijn (en natuurlijk dat we kunnen uitleggen waarom we dit, vanuit de waarden van de rechtstaat, doen). Verder is het óók voor de NS een koud kunstje om met de vinger naar elders te wijzen: naar slecht weer, bladeren op de rails en een politiek die het vertikt voldoende geld vrij te maken voor noodzakelijke investeringen in spoorwegnet en treinen.

De NS kan ons inspireren omdat ze er de laatste jaren in slaagde om het aantal vertragingen te verminderen en zo de tevredenheid van haar klanten te vergroten. Van Schaik zei twee dingen die we ter harte moeten nemen als we de Opsporing en Vervolging toekomstbestendig willen maken. De eerste gaat over de noodzakelijke ambitie van het de strategische leiding: die mag volgens Van Schaik nooit de 'prestatie-kloof 'accepteren, het verschil dus tussen de reële verwachting van klanten en burgers en de geleverde prestaties.

Een voorbeeld van hoe leiderschap het verschil kan maken staat in het boek 'Extreme Ownership, how Navy Seals lead to win van Jocko Willink en Leif Babin'. Het gaat over de bootraces tijdens de opleiding van de Seals en toont volgens de auteurs hoe je met 'Extreem Eigenaarschap' het verschil kan maken. Eén van de boten eindigde steevast als laatste en een andere steevast als eerste. Tot besloten werd de aanvoerder van het team te ruilen. Bij de eerstvolgende wedstrijd kwamen de eeuwige verliezers als winnaars uit de strijd. Het verschil: een leider die niet naar excuses zocht, geloof uitstraalde dat ze konden winnen en met een gezonde dosis realisme werkte aan verbetering van het team.

Leiders die extreem eigenaarschap tonen vinden dat er geen excuus is als treinreizigers te lang op hun trein moeten wachten of slachtoffers van misdrijven tot hun ontsteltenis horen dat vervolging niet plaatsvindt of (vanwege 'doorlooptijden') jaren op zich laat wachten. Daarmee is niet gezegd dat leiders het alleen kunnen. Wel dat leiders, die de 'prestatiekloof' te gemakkelijk accepteren, niet inzien welk fnuikend effect dit heeft op de professionals in de organisatie. Je stimuleert daarmee een smoezencultuur. Natuurlijk zijn er in de politie veel gedreven leiders en professionals. Mensen die elke dag weer hun stinkende best doen. Maar laten we eerlijk zijn: hoe vaak horen we elkaar niet zeggen als er iets niet is gebeurd: daar ben ik niet aan toe gekomen. We vinden het dan niet eens nodig ons te excuseren. We kunnen er toch niets aan doen met al die workload? Maar met geen duizend smoezen zullen we de kloof tussen onze prestaties en de verwachtingen van burgers dichten. 

Dit is nog niet het hele verhaal. Mijn volgende column ga ik in op die tweede inzicht van Van Schaik dat ons bij de vernieuwing van de opsporing van dienst kan zijn. Ik verklap vast dat ook die gaat over extreem eigenaarschap. Niet van de mensen aan de top, maar van de professionals die het werk op straat doen.


Reacties? Mail naar kwaliteitopsporing@politie.nl  

Columnist van dienst: Wim van Amerongen
Programmadirecteur Toekomstbestendig Opsporen en Vervolgen


  • Leestip 1: Extreme Ownership, how US Navy Seals lead en win,Jocko Willink en Leif Babin
  • Leestip 2: Wij is belangrijker  dan Why, de prestatiedoorbraak van NS, Paul van Schaik


Trefwoorden