Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

De uitdaging van 2018 is... Hoe voorkomen we een grote strafrechtelijke opstopping?

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 18-12-2017 18:12

Als laatste columnist van dienst van het jaar wil ik de gelegenheid te baat nemen om vooruit te kijken. In 2017 zijn er in onze columns al veel grote opgaven voorbij gekomen. Slimmer leren samenwerken. Langer stil staan bij de vraag of wat we doen voor de burgers werkelijk betekenis heeft. Nog professioneler worden, wat onder andere inhoud dat we bij de toepassing van nieuwe (ICT) technieken voorop moeten lopen. De burgers echt betrekken bij ons werk. Maar wat wordt in 2018 de grootste uitdaging bij het herijken van de opsporing en vervolging?

Vanuit mijn rol als Programmadirecteur Herijking Opsporing en Vervolging van het Openbaar Ministerie zie ik er één die er bovenuit steekt. En dat is hoe we omgaan met wat we in ons jargon 'de opvolging' noemen. Het hele proces dus dat volgt nadat een slachtoffer aangifte heeft gedaan.

Mijn mede-columnisten hebben het afgelopen jaar mooie voorbeelden gegeven van wat je het 'ver-appen' van de opsporing kunt noemen. Aangiftes doen gaat razendsnel per app. Met een druk op de knop van de mobiele telefoon kunnen we misdaden melden of bewijsmateriaal leveren.

Alleen: wat dan?

We lijken het spoor te volgen van organisaties als Foodora.nl, Thuisbezorgd.nl en Uber Eats. Met een appje staat het eten een uur later op tafel. Maar stel je eens voor dat al dat eten geleverd moet worden door een enkel restaurant, vanuit een keuken waarin de afgelopen decennia eigenlijk niet zo veel is veranderd. Het zou niet lang duren voor de klanten in opstand komen. Aan het eind van 2017 werken we als professionals van de opsporing en vervolging vanuit zo'n soort keuken. Ons systeem is nog steeds te veel ingericht alsof we in een wereld leven waarin burgers eerst naar het politie gaan om aangifte doet en dan afwachten tot ze bericht krijgen dat de zaak wel of niet is opgepakt. De wereld van voor de revolutie van de sociale media.

De kritiek op de manier waarop we met aangiften en andere meldingen omgaan is nu al groot. Dat is iets dat we ons als OM zullen moeten aantrekken. Wat moet dat betekenen voor onze werkwijze? Slachtoffers begrijpen het slecht dat ze na de aangifte van diefstal van hun fiets een brief krijgen dat opsporing 'niet opportuun is'. Ze begrijpen al helemaal niet dat er niets met de informatie die ze hebben aangeleverd over eventuele verdachten wordt gedaan. En zo mogelijk zelfs nog minder dat het zo lang kan duren voor er eindelijk iemand definitief is veroordeeld (de looptijden). Het hele rechtelijke systeem rent zich inmiddels de benen uit het lijf omdat er steeds meer op ze af komt: radicalisering, waakzaam tegen terrorisme, cybercrime, enzovoort, enzovoort.

Elke crisis biedt gelukkig ook kansen. De grote opstopping van het strafrecht zorgt ervoor dat iedereen zich bewust wordt van de noodzaak tot vernieuwen en veranderen. U moet mij vergeven dat ik nog geen definitieve oplossingen heb. Duidelijk is wel dat we onze keuken stevig moeten verbouwen. Misschien moeten we zelfs met verschillende keukens werken: dus niet alleen vanuit het traditionele strafrecht achter aangiften en meldingen aangaan.

Zelf al bezig met verbouwen? We horen er graag alles over. Mail naar: kwaliteit@opsporing.nl

Columnist van dienst: Charles Wiegant

Programmadirecteur Herijking Opsporing en Vervolging van het Openbaar Ministerie

Trefwoorden