Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

DNA in de opsporing en het gevecht tegen schaarste

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 23-4-2018 14:26

​U heeft ongetwijfeld het nieuws gevolgd over de broer van een kroongetuige die is doodgeschoten. Het was het zoveelste dieptepunt in de drugsoorlog die op dit moment wordt uitgevochten. Als je die strijd volgt zijn er veel redenen om heel somber te worden. Toch was er een klein lichtpuntje: de snelheid waarmee de verdachte kon worden opgepakt. In deze zaak werd natuurlijk ook alles uit de kast gehaald en dit ‘alles’ was dat optimaal en razendsnel gebruik werd gemaakt van de DNA-sporen die op de plek van de liquidatie werden aangetroffen. Het NFI kwam in een mum van tijd met een ‘match’ uit hun databank.

Forensisch opsporing levert hard bewijs en heeft grote gevolgen voor het vinden en de vervolging van de verdachte. Deze effecten kunnen nóg groter zijn als het bewijs eerder beschikbaar is. Het maakt dat de aanhouding van de verdachte sneller kan, dat andere opsporingsmethoden niet hoeven te worden ingezet enz. De snelheid draagt bij de gerechtvaardigde verwachtingen van slachtoffers en nabestaanden én beperkt de inzet van middelen. Win-win dus.

Een van de klachten van burgers is immers vaak dat het onderzoek lang duurt, wat natuurlijk extra zwaar weegt na zware misdrijven. Gebruikmaken van DNA-materiaal kan het onderzoek óók versnellen als er geen ‘match’ is met DNA-materiaal van een verdachte in de databank van het NFI. Na een zwaar misdrijf kunnen mensen uit de directe omgeving DNA-materiaal namelijk afstaan en laten analyseren, zodat ze in het verdere onderzoek van de lijst van potentiele verdachten kunnen worden gehaald.

Daarmee zeg ik natuurlijk niets ten nadele van al die andere manieren van opsporen. Het zal in heel veel zaken noodzakelijk blijven om te verhoren, getuigenverklaringen op te nemen en bijvoorbeeld op zoek te gaan naar informatie die zicht geeft op motieven. Maar we zouden wel veel sneller zaken kunnen oplossen én ontzettend veel opsporingscapaciteit kunnen besparen als we sneller gebruik kunnen maken van DNA-materiaal en de expertise van het  NFI. De bespaarde tijd, mensen en middelen kunnen dan vervolgens voor andere zaken worden ingezet.

De vraag die we ons moeten stellen is op welke manier we de schaarste in de capaciteit in de opsporing willen bestrijden. Daarbij moeten in het kader van het toekomstbestendig maken van ons werk keuzes worden gemaakt. Heel vaak worden die gepresenteerd als keuzes voor het een of het ander. Of meer geld naar de bestrijding van Cybercrime. Of naar rechercheurs. Of bijvoorbeeld voor meer DNA-deskundigen voor het NFI. Maar in de realiteit gaat het om de samenhang tussen keuzes, en kan investeren in het één, extra capaciteit elders creëren.

Heeft u slimme ideeën over omgaan met schaarste? Mail ze naar kwaliteitopsporing@politie.nl

Columnist van dienst: Charles Wiegant
Programmadirecteur Herijking Opsporing en Vervolging van het Openbaar Ministerie

Trefwoorden
Charles Wiegant