Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Burgers versus politie en OM? De winst zit in de complementariteit

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 21-6-2017 09:52

Mijn mede-columnist van dienst Wim van Amerongen eindigde twee weken geleden zijn column met een opmerking die ik zelf ook had kunnen maken. Namelijk dat we als opsporingsprofessionals en burgers sámen verantwoordelijk zijn voor een veilige samenleving. De woorden spreken me vooral aan omdat in de discussie over de rol van burgers bij het opsporen over en weer de neiging bestaat om elkaar te diskwalificeren. Van de ene kant wordt het feit dat burgers steeds vaker de rol van amateur-opspoorder vervullen al snel verbonden aan het verwijt dat politie en Openbaar Ministerie het hebben laten afweten. Van de andere kant wordt het gevaar benadrukt dat burgers eigen rechter gaan spelen of het onderzoek frustreren.
Ik bedoel daarmee niet dat aan die klachten en verwijten elke grond ontbreekt. De afgelopen weken was er bijvoorbeeld veel aandacht voor de vrouw die zelf met succes achter haar aanrander aanging. Het is terecht dat vanuit de burgers en de media de vraag wordt gesteld waarom de politie niet veel eerder aan de slag ging met de informatie die het slachtoffer aanleverde. Net zo goed als er meer dan een kern van waarheid zit in de klacht dat burgers lang niet altijd in het belang van de opsporing en het slachtoffer handelen.
Maar voor het ‘herijken’ van de opsporing is het cruciaal dat we burgers, politie en OM niet tegenover elkaar zetten. Het succes van onze vernieuwingsbeweging hangt grotendeels af van de manier waarop we er in slagen om professionals en burgers complementair aan elkaar te laten zijn. Nu hoor ik u denken: die zin is makkelijker opgeschreven dan dat die in de praktijk kan worden opgebracht. Daarom enkele concrete suggesties:
1-Ga vanaf nu een openlijk debat aan waaruit duidelijk wordt hoe we de rollen goed kunnen verdelen. Dat debat moet wat mij betreft overal gevoerd worden. Rechtstreeks tussen burgers, politie, om en andere partners. In de media. In gesprekken met het bestuur en de politiek. Op allerlei manieren kan je de inzichten uit het debat delen. Op websites van overheid, politie en om. Met folders. Met een duidelijke boodschap in de media. Maar zeker ook via de sociale media.
2- Zorg dat in die discussie uiteindelijk duidelijk wordt wat die rollen kunnen zijn en worden ingevuld. Dat gaat dan over hoe de burger opspoort. Maar ook wat de politie en justitie daar vervolgens mee doet (in ons vakjargon noemen we dat: ‘daar opvolging aan geven’). In zo’n debat kan aan burgers meteen duidelijk gemaakt worden welk bewijs bruikbaar is en welk bewijs niet. Bijvoorbeeld welke technische en juridische eisen er gesteld worden aan beeldmateriaal voor het in de rechtszaal als bewijs kan dienen. En dat we helaas dus niets kunnen met beelden die geknipt en geplakt zijn en wat we bedoelen met de eis dat ‘contextinformatie’ integraal moet zijn. De professionals zouden doordrongen moeten worden van de plicht om burgers en hun inspanningen serieus te nemen. Criminaliteitsbestrijding is een proces van co-creatie geworden. Dat betekent: informatie delen, elkaar de credits voor successen gunnen en betrokkenheid tonen.
3- Maak gebruik van de technische middelen die burgers en professionals in handen hebben. Ik ben daarom ook erg blij met de opsporingsapp die ontwikkeld wordt. Want met die app kunnen we burgers helpen om bruikbare informatie aan te leveren, waar we meteen mee aan de slag kunnen.
4-Besteed niet te veel tijd aan bevoegdhedendiscussies. Het is waar dat burgers soms dingen mogen die de politie niet is toegestaan, of slechts onder een aantal voorwaarden (bijvoorbeeld bij het samenstellen van personendossiers). Omgekeerd mogen burgers heel veel dingen niet die de professionals van politie weer wel mogen (taps, arrestaties, etc.). Ja soms is dat ergerlijk. En ja, het is altijd goed om te kijken of je burgers, politie en OM, wellicht andere (of meer) bevoegdheden moet geven. Maar de echte winst halen we dus door onze complementariteit maximaal uit te buiten.
Heb je zelf concrete suggesties? Mail naar kwaliteitopsporing@politie.nl

Columnist van dienst: Charles Wiegant

Programmadirecteur Herijking Opsporing en Vervolging van het Openbaar Ministerie

Trefwoorden
Charles Wiegant