Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Another crimefighting tool on our belt

Plaatsingsdatum:

Laatste update: 26-1-2017 10:53

​Enkele maanden geleden werd misschien wel de meest imposante loopbaan uit de geschiedenis van de politie afgesloten. William Joseph (Bill) Bratton vertrok bij de New Yorkse politie. Zijn naam is verbonden aan, bij elke politieman- en vrouw inmiddels bekende, begrippen als het Zero Tolerance, CompStat en Predictive Policing. Voor hem is het altijd vanzelfsprekend geweest dat politiemensen gebruikmaken van de laatste innovaties. Als ik aan Bratton denk, zie ik agenten met aan hun koppel niet alleen een wapen, handboeien, pepperspray, maar ook een up to date smart device, waarmee ze in verbinding staan met Facebook en Twitter. In de woorden van Bratton zijn de sociale media another crime fighting tool on our belt.

Voor de verbetering van de opsporing is er behoefte aan het soort innovatieve elan dat Bratton zijn hele loopbaan heeft gekenmerkt. Maar met elan alleen kom je er niet. Vernieuwing vereist het vermogen te zien welke mogelijkheden zich voor ons werk aandienen. Een van de grote revoluties in het opsporingswerk werd ingeleid door wat we leerden over DNA en DNA-sporen. Cruciaal was echter dat onze voorvaderen in de opsporing begrepen welke mogelijkheden die kennis bood. Inmiddels zijn we gewend aan het beeld van de witte tenten waarin de sporen worden veilig gesteld.

De sociale media zijn voor een vergelijkbare revolutie aan het zorgen. Vandaar de titel van het boek dat ik in 2013 samen met Arnout de Vries van het TNO publiceerde: Social Media, het nieuwe DNA. De sociale media zullen op alle aspecten van het onderzoek impact hebben. We hebben te maken met nieuwe (digitale) sporen. Met een ander soort daders en slachtoffers. Het biedt andere manieren om het publiek in te schakelen. Dat is wat Bratton bedoeld met zijn uitspraak dat we er een tool on our belt bijkrijgen.

De kunst is er voor te zorgen dat we die optimaal gaan gebruiken. Wat dat betreft is er goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat sociale media nu al volop door de politie en door de opsporing worden ingezet. Denk aan WhatsApp-groepen van wijkagenten. De Amber Alerts. Twitterende wijkagenten. De weblogs en facebookpagina's van basisteams. Het gespecialiseerde onderzoek in de strijd tegen High-Tech-Crime. Het minder goede nieuws is dat politieleiders zich vaak toch nog onvoldoende bewust zijn van de mogelijkheden om de hulp van burgers in te roepen om informatie te verzamelen, of van andere manieren om actief met het verzamelen van digitale sporen aan de slag te gaan. In het in 2013 verschenen onderzoek Recherchebazen. Een empirisch onderzoek naar justitieel leiderschap zegt een politieleider bijvoorbeeld: "Ik heb geen idee hoe je moet twitteren. We hebben al een paar keer gehad dat we, nou ja ik dan niet hè, via Twitter konden achterhalen wie er op zijn minst getuige waren geweest van een delict."

Het moet dus echt beter. De komende tijd hoop ik daaraan op deze plek een bescheiden bijdrage te leveren: door voorbeelden te geven van wat sociale media voor de opsporing gaan betekenen.

Columnist van dienst: Frank Smilda
Sectorhoofd Dienst Regionale Informatie Organisatie

 Reageren? Mail naar kwaliteitopsporing@politie.nl

Trefwoorden
Frank Smilda