Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

36. Het Politiebesluit 1945

Voor de Nederlandse regering in ballingschap in Engeland was er voor wat betreft de Nederlandse politie meer te doen dan alleen zorg te dragen voor een zuivering. In Londen werd al geruime tijd nagedacht over hoe de politie na de oorlog in te richten. Eén ding was duidelijk, de organisatie zoals die door de Duitsers was ingevoerd kon onder geen beding gehandhaafd blijven. De regering stond dus voor een vergelijkbaar probleem waar Willem I in 1814 voor stond: wat behouden wat de bezetter had gebracht en wat zo snel mogelijk af te schaffen.

Secretaris-generaal Van Angeren van Justitie, die een belangrijke rol had gespeeld in het conflict om Oss, was gedurende de oorlog in Engeland minister van Justitie geworden. Hij zat daar te broeden op een nieuwe organisatie van de Nederlandse politie. In 1944 kwam hij met een ontwerpbesluit. In dit besluit moest de Koninklijke Marechaussee grotendeels het veld ruimen en kreeg Justitie een grotere macht over de politie. Het leek erop of Van Angeren de koers van voor de oorlog gewoon wilde voortzetten. Natuurlijk gaf dat weer de nodige tegenstand en kwaadheid. Koningin Wilhelmina die een hekel had aan de rooms-katholieke Van Angeren zei hem recht in zijn gezicht dat ze de “dictatuur” van hem en zijn medestanders niet wilde. Het ontwerpbesluit werd door Hare majesteit met veel misbaar van de tafel geveegd. De arme Van Angeren moest weer aan het werk, maar dat betekende niet dat hij gedesillusioneerd was of zijn plannen zou opgeven.

En dan waren er de andere plannenmakers. Die hadden tot aan de bevrijding voor het overgrote deel in Duitse krijgsgevangenkampen gezeten. Het ging hier vooral om de officieren van de oude Koninklijke Marechaussee die in mei 1942 in gevangenschap waren afgevoerd. Die hadden, hoe kon het ook anders, geheel andere ideeën over de toekomstige inrichting van het politiebestel. Zij vonden dat de Rijksveldwacht helemaal niet hoefde terug te komen. De Koninklijke Marechaussee moest worden uitgebreid en zou in haar eentje de rijkspolitiedienst voor haar rekening nemen.

Door die grote verschillen in visie waren de politieke conflicten over de politie weer eens voorgeprogrammeerd. Indien het politiebestel op de politieke agenda zou worden gezet, zo vreesde Van Angeren, zou er weer een oeverloze discussie beginnen zoals die al vanaf het midden van de negentiende eeuw woedde en die alleen maar nadelen en problemen had opgeleverd. Van Angeren besloot het daarom ondemocratisch aan te pakken. Wat indien hij iedereen voor voldongen feiten kon stellen? Het Militair Gezag zou plaats maken voor het burgerlijk gezag en daarmee zou het parlement ook weer zijn taken oppakken. Dat alles zou in november 1945 gaan gebeuren, maar stel dat voor wat betreft de politie de kogel al door de kerk zou zijn gegaan? Als er een goedgekeurd besluit lag hoefde daar ook niet meer over te worden gediscussieerd.

En aldus geschiedde. Ondanks verzet van verschillende kanten werd het Politiebesluit 1945 een feit. Concreet betekende dit dat de Nederlandse politie weer een duaal karakter zou krijgen met gemeente- en rijkspolitie. De rijkspolitiedienst zou echter niet (meer) door de Rijksveldwacht of de Koninklijke Marechaussee worden verricht, maar door een nieuw op te richten korps Rijkspolitie. Dit korps zou voor wat beheer en gezag geheel onder het Ministerie van Justitie komen te vallen. Het kreeg een militair aanzien door de uniformering. De rijkspolitiemannen droegen rijlaarzen en rijbroeken en hadden op hun pet de springende granaat. Eindelijk had het Departement van Justitie bereikt wat het voor de oorlog altijd had gewenst.  



Koninklijke Marechaussee uniformVoor de Koninklijke Marechaussee was de kater enorm. Niet alleen was het korps gemarginaliseerd tot wat bijna een zuiver militaire politie was, ook de zo gekoesterde springende granaat, het waarmerk van de Koninklijke Marechaussee, werd nu zonder gêne gedragen door de nieuwelingen die eigenlijk niet meer waren dan de opvolgers van de Rijksveldwacht. Als klap op de vuurpijl kwam daar nog bij dat het korps Rijkspolitie voor het overgrote deel uit marechaussees bestond die de rijkspolitie prefereerden boven het Wapen. Het was tijd om de balans op te maken en te bezien hoe toch op zijn minst een deel van de oude taken kon worden heroverd.
Eerste pagina politiebesluit 1945
Eerste pagina van het Politiebesluit 1945