Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

 

 

1880 - 1918https://www.politieacademie.nl/thema/Politiegeschiedenis/canonpolitiegeschiedenis/Pages/1880-1918.aspx1880 - 1918
1918 - 1940https://www.politieacademie.nl/thema/Politiegeschiedenis/canonpolitiegeschiedenis/Pages/1918-1940.aspx1918 - 1940
1940 - 1960https://www.politieacademie.nl/thema/Politiegeschiedenis/canonpolitiegeschiedenis/Pages/1940-1960.aspx1940 - 1960
1960 - hedenhttps://www.politieacademie.nl/thema/Politiegeschiedenis/canonpolitiegeschiedenis/Pages/1960-heden.aspx1960 - heden
Canon Politiegeschiedenishttps://www.politieacademie.nl/thema/Politiegeschiedenis/canonpolitiegeschiedenisCanon PolitiegeschiedenisKennis & Onderzoek

34. De Nederlandse politie in WOII (1943-1945)

identificatiebewijs politieOp 1 maart 1943 vond de laatste reorganisatie in oorlogstijd plaats. De Nederlandse politie bestond vanaf die datum uit de Staatspolitie in zeven grote gemeenten, de Gendarmerie/Marechaussee en de gemeentepolitie. De leiding van deze verschillende korpsen was nationaal-socialist en vaak ook lid van de SS of op zijn minst sympathiserend met deze politieke ideologie. Binnen de lagere rangen lag dat alles veel gecompliceerder. Veel politiemannen moesten niets hebben van de Duitsers, maar zagen niets in onderduiken vanwege uiteenlopende redenen. Zeker oudere agenten met vrouw en kinderen bedachten zich vaak nog een keer voordat zij de plaat poetsten. Voor de Duitsers stond een ding echter als een paal boven water: op de Nederlandse politie konden zij niet bouwen.

Gedurende het jaar 1944 werden Nederlandse nationaal-socialisten steeds banger. Er werden steeds meer moordaanslagen op hen gepleegd en het leek erop dat de golf van geweld amper te keren viel. In een reactie eisten zij van Rauter wapens en bescherming door de politie. Aangezien de politie steeds meer te maken had met personele tekorten was het laatste onmogelijk. Als pleister op de wonde stond de SS-generaal toe dat zij zich mochten formeren in een soort militie die de Landwacht gedoopt werd. Rauter sloeg zo twee vliegen in een klap. Hij was van die zeurende landverraders af en had tegelijkertijd een hulppolitie ter beschikking gekregen. De Landwacht sloeg aan het patrouilleren en werd een van de meest gehate politieformaties in het bezette Nederland. Zij hielden willekeurig burgers aan om hun papieren te controleren en hen zaken van enige waarde afhandig te maken. Naarmate de oorlog zijn einde naderde was de Landwacht steeds meer een plaag.

Het Nederlandse verzet roerde zich vanaf 1943 steeds meer. Duitse politieorganen deden er alles aan om de illegaliteit te bestrijden. Daarin waren zij vaak zeer succesvol en veel verzetsmensen belandden voor het vuurpeloton of in een concentratiekamp waarin men op een ellendige manier aan zijn einde kwam. De Duitse politie had echter nooit zo succesvol kunnen zijn zonder de hulp van Nederlanders. Soms waren dat politiemannen die de Duitse kant hadden gekozen en er niet voor terugdeinsden om landgenoten te arresteren of dood te schieten. Vaker ging het evenwel om opportunisten die door in Duitse dienst te gaan hoopten op geldelijk gewin of die op die manier hun gevoelens van machtswellust konden botvieren. Hoe het ook zij veel Nederlanders en ondergedoken joden zijn als gevolg van het optreden van die mannen de dood ingejaagd.

de politieorganisatieIn de laatste maanden van de oorlog werd de Nederlandse politie door Rauter steeds meer gewantrouwd. De politieorganisatie was het enige Nederlandse overheidsapparaat dat met vuurwapens bewapend was en vormde daarom in de hectische laatste maanden meer een bedreiging dan een hulpmiddel om de bevolking eronder te houden. Daarbij kwam nog dat veel duitsgezinde politiemannen aan het begin van september 1944, het leek er toen op dat Nederland binnen een paar dagen bevrijd zou worden, in paniek naar Duitsland waren gevlucht. Voor Rauter waren dat eigenlijk lafaards waarop helemaal niet te bouwen viel. Al zijn inspanningen ten spijt stond hij aan een gapende afgrond. In maart 1945 liep Rauter in de buurt van Apeldoorn in een hinderlaag van het verzet. Het liep uit op een wilde schietpartij waarbij hij zeer zwaar gewond raakte. De SS-generaal was tot het einde van de oorlog buiten gevecht gesteld en kon hierdoor geen invloed meer op de Nederlandse politie uitoefenen.

Een aantal weken voor de capitulatie van de Duitsers besloten die zoveel mogelijk Nederlandse politiemannen te ontwapenen. Zij hoopten op die manier het aantal aanslagen te verminderen en de wapens ten eigen bate te gebruiken. Hiermee was in feite het definitieve einde bereikt. De meeste Nederlandse politiemannen, ondergedoken of nog in dienst, wachtten nu op de dag des oordeels. Wat zou de bevrijding brengen en wat zou dat voor de persoonlijke situatie brengen? Het was in ieder geval duidelijk dat het gedrag tijdens oorlog en bezetting tegen het licht zou worden gehouden. Het was nog maar de vraag wie er voor zijn gedrag bestraft zou worden. Agenten die al vroeg gedwongen of vrijwillig de dienst hadden verlaten wilden dat de collega’s die waren gebleven eruit zouden vliegen. De blijvers dachten daar natuurlijk heel anders over. Deze splijtzwam zou nog tot in de jaren tachtig van de 20ste eeuw verhoudingen verzieken.

identificatiebewijs politie
Identificatiebewijs politiemannen