Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

31. Internationale politiesamenwerking

De eerste internationale politiesamenwerking vindt zijn oorsprong in iets waarvan men binnen de politie twijfelde of dit allemaal wel bestond en of dit alleen in hoofden van sommige mensen met veel fantasie geboren was. Het ging in die dagen om de overtuiging van een levendige handel in blanke slavinnen. De aanleiding was een artikel in een Engelse krant waarna het idee dat er criminele netwerken waren die onschuldige meisjes en vrouwen ontvoerden om ze later gedwongen in de prostitutie te laten werken. De druk op de politiek werd zo groot dat zich dat vertaalde naar druk op de politie. De politiek eiste van politiemensen dat zij zich bezig zouden gaan houden met de bestrijding van deze criminele bendes. Omdat men geloofde dat deze criminele netwerken internationaal verweven waren, was het noodzakelijk om over de grenzen heen te kijken en samen te werken met buitenlandse collega’s.

Vlak voor de Eerste Wereldoorlog werd een eerste grote internationale politieconferentie georganiseerd in Monaco. Daar werd besproken waaruit de toekomstige samenwerking zou moeten bestaan. Hoewel Monaco een veelbelovend begin leek werd de verdere ontwikkeling abrupt onderbroken door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Vertegenwoordigers van landen die in Monaco nog met elkaar hadden gesproken schoten nu op elkaar. Tot aan het eind van de oorlog lag alles stil.

In december 1919 was het een Nederlandse marechausseeofficier, kapitein M.van Houten, die de internationale samenwerking nieuw leven wilde inblazen. Hij schreef een brief die de wereld overging en opriep tot samenwerking bij de bestrijding van de internationale misdadiger. Kapitein Van Houten was echter niet hoog genoeg om dit doel in zijn eentje te verwezenlijken. De zaak leek dood te bloeden. Echter, begin 1923 nam de politiepresident van Wenen H. Schober het initiatief van de Nederlander over. In september 1923 wist hij een conferentie te organiseren waaraan verschillende Europese landen deelnamen. Tijdens die conferentie werd besloten een internationale politiecommissie op te richten. De commissie zou de geschiedenis ingaan als de Internationale Kriminalpolizeiliche Kommission of kortweg IKPK. Deze commissie had haar hoofdkwartier in Wenen waar ook de internationale centrale gevestigd was. Al de andere landen maakten een eigen nationale centrale die in direct contact stond met de hoofdcentrale in Wenen.

De centrales verzamelden vooral allerlei data over criminelen die over de grenzen actief waren. Het ging dan vooral om signalementen, foto’s en dactyloscopische gegevens. Deze gegevens werden opgeslagen in de Oostenrijkse hoofdstad en de deelnemende landen konden dan gebruik maken van deze informatie. Nederland deed dat al vrij snel. In eerste instantie omdat er in het buitenland veel vals Nederlands geld werd gemaakt waardoor Nederland als land veel schade werd berokkend. De Nederlandse regering was er dan ook alles aan gelegen omdat de valsemunters zo snel als mogelijk in de kraag te vatten, wat ook door de samenwerking lukte. Een andere aanleiding om gebruik te maken van de diensten van d IKPK vormden de Olympische Spelen die in 1928 in Amsterdam werden gehouden. De Nederlandse minister van Justitie was bang dat allerlei ongewenste gasten op het evenement zouden afkomen. Hij voorzag een toevloed van zakkenrollers en andere leden van het dievengilde dat het imago van Nederland schade zou kunnen beschadigen. De spelen verliepen ook zonder noemenswaardige incidenten en de IKPK leek voor haar taak geschikt.

Na het aan de macht komen van A. Hitler werd het steeds moeilijker om de goede verstandhouding binnen de IKPK te behouden. De Duitsers werden stelden zich steeds meer aanmatigend en arrogant op. Dit wekte de argwaan van andere leden tegen de Duitsers waarvan velen de Eerste Wereldoorlog nog lang niet vergeten waren. In maart 1938 werd de zaak op scherp gezet omdat Duitsland Oostenrijk annexeerde en aangezien de zetel van de IKPK in Wenen was, was het hoofdkwartier nu op Duitse bodem gevestigd. Iets wat de oude leden vanwege het Duitse oorlogsverleden altijd hadden willen verhinderen. Toen in augustus 1940 SS-generaal Heydrich het hoofd van de IKPK werd, was de internationale politiesamenwerking op sterven na dood. In 1946 zou de IKPK worden opgevolgd door Interpol.   

internationale samenwerking