Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Stienus van Wijnen 19 juli 1906 - 1979

​Stienus van Wijnen werd op 19 juli 1906 te Rotterdam geboren. Op 5 april 1927 trad hij in dienst bij de Koninklijke Marechaussee. Een kleine zeven jaar later werd hij wachtmeester titulair en op 1 april 1939 wachtmeester. De jaren voor de Tweede Wereldoorlog was hij n Limburg geplaatst waaronder de gemeenten Brunssum en later Siebengewald.

Binnen de Koninklijke Marechaussee stond Van Wijnen vooral bekend vanwege zijn kwaliteiten als bokser, maar ook vanwege zijn opvliegend karakter. Zo sloeg hij midden jaren dertig de rijksveldwachter W. Hetterscheid - de latere door het verzet geliquideerde NSB-burgemeester van Baexem - tijdens een wielerwedstrijd van zijn motor af toen die eiste doorgelaten te worden. Het lijkt waarschijnlijk dat Van Wijnen al voor de Tweede Wereldoorlog naast radicale opvattingen ook sympathie had voor het nationaalsocialisme en dat dit bij verschillende collega’s bekend was.

Na het begin van de bezetting liet Van Wijnen er geen gras over groeien en sloot zich aan bij de Nationaalsocialistische Beweging (NSB). Al na een jaar bedankte hij voor die partij, die hij veel te slap vond, om zich in oktober 1943 aan te sluiten bij de Germaansche SS. Het onderschrijven van ‘De Nieuwe Orde’ legde hem geen windeieren en in rap tempo klom hij op tot de officiersrang om aan het eind van de oorlog te eindigen als kapitein van de Marechaussee.

In 1942 had deze aanhanger van de Nieuwe Orde het Limburgse verlaten om aan te treden als korpschef van Harlingen. Hier maakte hij zich binnen korte tijd zeer gehaat. Vaak mishandelde hij arrestanten door ze met zijn vuisten te bewerken. Tijdens de April-meistakingen van 1943 ging hij als een wildeman tekeer. Hij aarzelde niet om met zijn pistool gericht te schieten op stakers en demonstranten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat het Friese verzet in Van Wijnen een ernstige bedreiging zag. In de tweede helft van 1943 hadden de eerste liquidaties plaats van foute politiemensen en ook Van Wijnen stond op de lijst.

Op de avond van 3 november 1943 was Van Wijnen naar een bijeenkomst geweest en liep met enkele bekenden richting zijn woning. Opeens werd er geschoten. Door niet minder dan zes  kogels getroffen stortte Van Wijnen ter aarde terwijl zijn begeleiders het hazenpad kozen. Toen hulp arriveerde bleek de politieman niet dood maar zwaargewond. Hij had vooral verwondingen in het gezicht en zijn kaak was verbrijzeld. Terwijl hij naar het ziekenhuis werd gebracht, gaf hij onterecht aan dat de schutters volgens hem de Harlinger politiemannen H. Prins en J. de Klerk waren geweest. De laatste twee werden gewaarschuwd en vonden het raadzaam direct onder te duiken. Voor hun aanhouding was een beloning van 10.000 gulden uitgeloofd. De twee echte daders van deze misgelopen aanslag, G. Oswald en G. Schuil, vielen later door verraad in handen van de Duitse Sicherheitsdienst (SD). Zij zouden korte tijd later hun einde einde vinden voor een Duits vuurpeloton.

De aanslag op zijn leven deed Stienus van Wijnen helemaal doorslaan naar de kant van het nationaalsocialisme en de bestrijding van het verzet. Op oudejaarsdag 1943 werd te Groningen de collaborerende politieman Jannes Elzinga op weg naar zijn werk door een verzetsman doodgeschoten. Het stond voor de Duitsers en de met hen collaborerende politiemannen vast dat hiervoor een hoge prijs zou worden gevorderd. De represailles werden meestal genomen in de vorm van zogenaamde ‘Silbertanne’ moorden.  Dit codewoord hield in dat personen, van wie vermoed werd dat zij sympathiek tegenover het verzet stonden, na aanbellen in hun woning zouden worden doodgeschoten of op geringe afstand daarvan.

Nog in de oudejaarsnacht gingen Van Wijnen en twee van zijn collega’s, nadat zij stevig wat cognac hadden gedronken, op pad. Zij hadden een lijst met namen en adressen bij zich van notabelen die, als zij thuis waren, vermoord dienden te worden. Zij hadden besloten dat zij alle drie minstens één van de slachtoffers voor hun rekening zouden nemen. De eerste prooi was thuis en na meegenomen te zijn schoot Van Wijnen hem niet ver van zijn woning pardoes neer. Diezelfde nacht werd er nog iemand doodgeschoten door van Wijnens companen. De schrik in en rondom Groningen zat er daarna goed in en Van Wijnen gevreesder dan ooit.

In april 1945, Van Wijnen was inmiddels korpschef in Meppel geworden, probeerde hij in het gezelschap van Duitsers en Nederlandse collaborateurs het gevecht aan te gaan met Canadese tanks. Het liep voor het groepje totaal verkeerd af toen zij onder Duits vuur kwamen te liggen en een Nederlandse kapitein in Duitse politiedienst sneuvelde. Voor Van Wijnen werd het toen tijd om met de noorderzon te vertrekken om kort daarop op de opsporingslijst geplaatst te worden.

Uiteindelijk kon hij worden aangehouden. Zijn handelen in de oudejaarsnacht van 1943 werd hem zwaar aangerekend tijdens zijn terechtzitting. Hij gaf geen enkele blijk van spijt en werd tenslotte tot levenslang veroordeeld. Voor zover bekend is hij tijdens de terechtzitting nog psychiatrisch onderzocht en heeft hij na de oorlog nog in een inrichting gezeten. Hij heeft nooit om clementie gevraagd. Wanneer en waarom hij in vrijheid is gesteld is niet bekend. In ieder geval vestigde hij zich na zijn vrijlating in Brunssum en trouwde hij, na de scheiding van zijn eerste vrouw, nog twee keer. Hij overleed op 26 september 1979.

Jos Smeets

Bronnen:
• Nationaal Archief, Politiezuivering, dossier ten name van Stienus Bertus van Wijnen.
• Harlingen in de Tweede Wereldoorlog. www.members.ziggo.nl/netuser/1945.htm.
• www.drenthein de oorlog.nl

Stienus van Wijnen