Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Gerrit Kleinveld 1915 - 2006

Gerrit Kleinveld werd op 13 maart 1915 in het Utrechtse Woudenberg geboren als zoon van de landbouwer Albertus Kleinveld en Willemijntje van de Peut. Gerrit was daarmee het tweede kind binnen het gereformeerde boerengezin. Al op jonge leeftijd nam Gerrit zich voor niet in de voetsporen van zijn vader te treden maar een andere professie te zoeken. Nadat hij de lagere school had afgerond ging Gerrit naar de ambachtsschool in Amersfoort, waar hij in 1931 zijn diploma als timmerman behaalde. Gerrit bleek een leergierige, maar ook een wat rebelse jongeman die kritisch stond tegenover de leerstellingen van de gereformeerde kerk. Verder bezat hij een uitgesproken rechtvaardigheidszin die hij zijn hele leven niet zou kwijtraken.

Na behalen van zijn diploma als timmerman, ging Gerrit in de bouw werken en klom op tot opzichter. De economische crisis van de jaren '30 en de grote mate van sociale ongelijkheid en werkloosheid maakten hem snel politiek bewust en hij koos voor het socialisme. Al op 22 jarige leeftijd was hij lid van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP), actief in het vakbondswerk en raadslid voor de dezelfde partij in de gemeenteraad van Woudenberg. Gedurende deze tijd leerde hij ook zijn toekomstige echtgenote Gijsbertha van Voorthuizen kennen. Op 9 juli 1937 trouwde hij met haar, uit dit huwelijk werden drie jongens geboren.  

In de laatste jaren voor de oorlog ontwikkelde Kleinveld ook een grote sympathie voor de pacifistische beweging van 'het gebroken geweertje' en een diepe afkeer voor het nationaalsocialisme. Hij was actief in de bestrijding van wat hij als een verdorven politieke ideologie beschouwde. Hiermee behoorde Kleinveld tot de groep van Nederlanders die reeds voor de oorlog een duidelijke keuze had gemaakt.

Vanwege zijn politieke instelling was hij zich er al direct van bewust welke dramatische gevolgen het begin van de Duitse bezetting in mei 1940 voor het Nederlandse volk kon hebben. Verzet was voor hem het enige antwoord. Al direct na de capitulatie begon hij met het verzamelen en verbergen van wapens die na de strijd op de Grebbeberg waren achtergelaten. In 1941 ging hij over tot actieve weerstand door een Duitse munitieopslagplaats op de Leusderheide in brand te steken. Ook in de hulp aan onderduikers werd hij een verzetsman van formaat. Het kon dan ook niet uitblijven dat hij in het vizier van de Duitse bezetter terechtkwam. In december 1942 volgde arrestatie, maar in maart 1943 wist hij op spectaculaire wijze te ontsnappen uit het concentratiekamp Amersfoort. Direct werd het actieve verzetswerk weer opgenomen en, extra voorzichtig geworden,  wist hij tot aan het eind van de oorlog uit handen van de bezetter te blijven.

Het verzetswerk van de vader betekende een enorme belasting voor het gezin Kleinveld. Zo werd bij een gewelddadige inval mevrouw Kleinveld voor de ogen van haar vierjarige zoon ruw uit bed getrokken en naar de gevangenis gebracht. Het gezin was na de vrijlating van de moeder, vanaf medio 1943, feitelijk permanent ondergedoken. De oorlog eindigde voor de Kleinvelds op een onderduikadres in Friesland.  

Na de oorlog trad Kleinveld toe tot de Politieke Opsporingsdienst (POD). Deze instantie, bemand  door voormalige verzetslieden en politiemannen, had als taak het opsporen van en onderzoek doen naar 'foute' elementen in de Nederlandse samenleving gedurende de bezetting. Kleinveld kreeg de opdracht om justitieel onderzoek te doen naar gepleegde oorlogsmisdrijven. Eenmaal in politionele kringen verkerend werd Kleinveld naar alle waarschijnlijkheid gevraagd om te komen werken als rechercheur bij de politie van Zuilen. Ondanks grotendeels negatieve ervaringen besloot Kleinveld uit noodzaak op het aanbod in te gaan. Later merkte hij op dat er in het begin sprake was van een 'latente vijandschap' van de kant van zijn collega's.

Als agent rechercheur maakte hij vanaf 1948 deel uit van een klein rechercheteam dat in Zuilen alle recherchezaken op haar bord kreeg. Nadat in 1954 Rijkspolitiepost Zuilen was samengevoegd met de gemeentepolitie Utrecht werd Kleinveld, als rechercheur ingedeeld bij de pas opgerichte afdeling Bijzondere Recherchezaken: een afdeling die zich bezig hield met zware en gecompliceerde misdaad. In de loop van de jaren klom hij op tot de rang van brigadier en chef van deze afdeling. Eind jaren zestig was Kleinveld als rechercheur betrokken bij de geruchtmakende zaak Van Zon en 'Ouwe Nol'. Tot aan het eind van zijn politionele loopbaan zou Kleinveld verbonden blijven aan bewuste afdeling. 

Gedurende zijn gehele carrière bij de politie bevond Kleinveld zich in een spanningsveld. Zijn ervaringen in oorlogstijd zorgden voor een kritische opstelling ten aanzien van dit gezagsapparaat. Hij zag het dan ook als zijn morele plicht om in de jaren na de oorlog gastlessen te verzorgen. Hij deed dit aan de politieschool te Leusden en getuigde daar van zijn oorlogservaringen. Zo probeerde hij zo zijn collega's te inspireren tot moreel verantwoord politiewerk. Daarbij legde hij er de nadruk op dat politiemensen geen slaven van bevelen zijn en dat ze in de eerste plaats humaan en contextgericht moeten handelen. Vanwege deze ervaringen kan het dan ook niet verwonderen dat de oud-verzetsman de naam kreeg zich niet altijd evenveel gelegen te laten liggen aan de gangbare hiërarchische verhoudingen binnen de politie.  

Vanwege zijn verzetsdaden kwam de politieman geregeld in het nieuws. Op 28 maart 2000 ging zijn lang gekoesterde wens in vervulling om de restanten van Kamp Amersfoort te beschermen, waaraan tevens een informatiecentrum werd toegevoegd. Naast deze successen eiste het oorlogs- en verzetsverleden ook zijn tol.   Zo maakte zijn vrouw als gevolg van de oorlogservaringen een einde aan haar leven. In 2006 overleed hij op 91 jarige leeftijd.

Tommy van Es

Belangrijkste bronnen:

-Gemma Naninck en Peter Bierhaus, Gerrit Kleinveld, De drijfveren van een verzetsman, in: Plus, mei nr. 5, 1992.

-De stem van het voormalig verzet, Gerrit Kleinveld 1915-2006, in: Algemeen Dagblad, woensdag 13 december 2006.

-Gerrit Kleinveld, Van rebel tot partizaan tot verzetsleider, in: Eeuwboek Woudenberg, redactie: Kees van Seumeren, 2000, p. 207.

-Jong, Dr. L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 6, Juli 1942-mei 1943, Amsterdam, RIOD, 1975.