Lintopdrachten overslaan
Verdergaan naar hoofdinhoud

Snellere misdaadopsporing door mobiele DNA-techniek

Plaatsingsdatum:  

Laatste update: 23-11-2020 16:40

​Binnen enkele uren de verdachte van een misdaad in beeld krijgen door snelle DNA-analyse? De mobiele DNA-techniek RapidHIT200 maakt het mogelijk. De politie kan hiermee namelijk op plaats delict zelf het eerste deel van het sporenonderzoek uitvoeren. Het Lectoraat Forensisch onderzoek van De Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Politieacademie heeft samen met de politie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Openbaar Ministerie (OM) een nieuwe snelle DNA-route ontwikkeld en onderzoekt nu het gebruik en de effecten van de nieuwe techniek. Na een lange aanlooptijd waarin veel voorwerk is verricht, is de benodigde wetswijziging in oktober getekend door Koning Willem-Alexander en kan de mobiele DNA-techniek eindelijk worden ingezet.


Vanuit de professionals in de strafrechtketen is er een grote behoefte aan snelle en betrouwbare DNA-analyses. ‘Er kunnen weken overheen gaan voordat een DNA-uitslag bekend is’, vertelt Christianne de Poot, lector Forensisch Onderzoek bij de HvA en de Politieacademie . ‘Biologische DNA-houdende sporen, zoals bloed, speeksel of aanraaksporen, moeten meestal een lange weg afleggen voordat ze bij het NFI zijn verwerkt, geanalyseerd en geïnterpreteerd, en de uitslag van de DNA-analyse via het OM is teruggekoppeld naar de politie.’

‘Met de nieuwe mobiele DNA-techniek wordt het eerste deel van de DNA-analyse al op of nabij de plaats delict uitgevoerd door de forensisch onderzoekers van de politie. De RapidHIT200 machine maakt het mogelijk direct DNA-data uit gevonden sporen te generen. En via een rechtstreekse beveiligde verbinding kunnen politie, NFI en OM samenwerken in dit traject. Daardoor kunnen de resultaten van de analyses die de politie in opdracht van het OM verricht binnen 1,5 uur door het NFI worden geïnterpreteerd, vergeleken met profielen in de DNA-databank en teruggekoppeld naar de politie en OM.’

P
roject LocalDNA

De HvA onderzoekt in het project LocalDNA zowel het gebruik van de snelle mobiele DNA-technieken door forensisch onderzoekers van de politie, als de snelle informatiestroom en de samenwerking tussen de ketenpartners. ‘We vergelijken 50 diverse zaken die de snelle DNA-route volgen met 50 vergelijkbare zaken die de traditionele ketenroute volgen, van plaats delict tot DNA-resultaat’, aldus De Poot. ‘Daarmee kunnen we tot conclusies komen over het proces, en over het nut en de meerwaarde van de nieuwe techniek bij verschillende soorten zaken. DNA is een belangrijk bewijsmiddel, maar niet bij elke zaak een belangrijk opsporingsmiddel om tot de identiteit van een verdachte te komen. Vanwege de hogere kosten van de nieuwe techniek is het belangrijk te onderzoeken of de meerwaarde van de techniek vooral zit bij de zware, gecompliceerde zaken of bij de kleinere High Volume Crime-zaken, zoals woninginbraak en straatroof.’

‘Maar denk ook aan kwaliteitseisen en de juridische waarborgen waarmee DNA-onderzoek te maken heeft’, vult De Poot aan. ‘Forensisch onderzoekers moeten getraind worden in de nieuwe werkwijze, zodat het DNA-onderzoek op de plaats delict goed wordt uitgevoerd en de sporen juridisch standhouden bij vervolging. Daarnaast vraagt een snellere informatiestroom tussen de ketenpartners ook om andere procedures en een andere manier van samenwerken. Daarom onderzoeken we het effect op de informatie-uitwisseling tussen de partners en kunnen uit het onderzoek adviezen voortvloeien waarmee de snelle DNA-onderzoeksroute verder kan worden geoptimaliseerd.’

Studenten in actie


Studenten Forensisch Onderzoek van de HvA en studenten van andere hogescholen en universiteiten verspreid over heel Nederland zijn betrokken bij LocalDNA en de 100 zaken. ‘Studenten krijgen eigen zaken toegewezen’, vertelt Rosanne de Roo, hoofdonderzoeker van het project bij de HvA. ‘Onder begeleiding verzamelen ze alle data van het opsporingsproces, van plaats delict tot aanhouding. Hiermee generen zij kennis over forensische, tactische, juridische, sociale, cognitieve én organisatorische factoren die in het opsporingsproces een rol spelen. Die data analyseren zij middels een analysesysteem, dat uit heel veel verschillende codes bestaat. Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid en een tijdrovende klus. Maar zo leren zij, en wij, over het gehele proces en over de wijze waarop we de snelle DNA-route verder kunnen optimaliseren.’

Meer informatie:

Bron: Hogeschool van Amsterdam

Trefwoorden